De held

Schieten of niet schieten, dat is de vraag

  • Datum 14-09-2016
  • Auteur Fritz de Jong
  • Gerelateerde Films De held
  • Regie
    Menno Meyjes
    Te zien vanaf
    01-01-2016
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Hollandse boekverfilming en Hollywood uitlegdrama gaan een ongelukkig huwelijk aan, in Menno Meyes’ bewerking van Jessica Durlachers literaire thriller, die werd geselecteerd als openingsfilm van het Nederlands Film Festival.

Na het overlijden van haar vader, schrijver en socioloog Gerhard Durlacher, vond Jessica Durlacher een geladen pistool. Het wapen zat onder het bureau geplakt waaraan de man zijn werkzame leven had doorbracht. Het pijnlijke besef dat haar vader na het overleven van Auschwitz constant op scherp had gestaan verwerkte zij in 2012 in haar roman De held, waarin een cruciale rol is weggelegd voor precies zo’n pistool. Zo cruciaal zelfs dat het wapen op de cover van het boek belandde, terwijl Monic Hendrickx op de (enigszins misleidende) filmposter is afgebeeld met een Luger in haar hand. Geheel conform de oude wet van Tsjechov wordt het wapen uiteindelijk afgevuurd. Maar die knal wordt afgezet tegen een verhaallijn waarin dat schot juist niet wordt gelost. En daar draait het om in De held: schieten of niet schieten, weerstand bieden of niets doen. Jessica Durlacher, die de oorlog vooral kende ‘van horen zwijgen’ roert daarmee een vraag aan die talloze nazaten van holocaustslachtoffers zich moeten hebben gesteld: hadden wij ons ook laten afvoeren, of hadden wij ons verzet? Waren wij slachtoffers geweest of helden?
Voor hoofdpersoon Sara Silverstein (Hendrickx) wordt de vraag actueel wanneer zij, na jaren in Amerika te hebben gewoond, terugkeert naar Nederland. “Heimwee”, zo licht ze toe in de voice-over. Na een fotogeniek roeitochtje wordt ze in het boothuis aangerand door een man met een helm, die overduidelijk iets lijkt te weten over de joodse achtergrond van zijn slachtoffer. Er gebeurt nog heel veel meer — de film bevat meer nevenplots dan de tienerromans van Carry Slee — maar beslissend is de overval door gemaskerde mannen die Sara en haar gezin terroriseren in hun eigen huis. Na de aanranding klampt ze zich nog vast aan de gedachte dat iets niet gebeurd is als je het maar niet uitspreekt. Na deze specifiek op haar gerichte aanval kan ze haar hoofd niet meer in het zand steken. Die conclusie trekt haar zoon Mich (Thijs Boermans) al veel eerder: de in Amerika geboren jongeman stelt zich strijdbaar op en gaat in dienst bij het Amerikaanse Korps Mariniers.
Helaas lijdt het mede door Durlacher geschreven scenario onder alle euvels van de Hollandse boekverfilming: te letterlijk, te uitleggerig, te schematisch. Alsof je een samenvatting van het boek krijgt waarin de belangrijkste passages in kapitalen zijn gezet en vervolgens met gele en roze markers zijn aangelicht. Durlachers boek is geschreven als een innerlijke monoloog van de hoofdpersoon en resten van die opzet horen we terug in de compleet overbodige voice-over. Mede-scenarist en regisseur Menno Meyes schreef, als succesvolle Nederlander in Hollywood, de scripts voor Spielberg-producties als The Color Purple en Indiana Jones and the Last Crusade. Iemand met zo’n staat van dienst heeft het ‘show, don’t tell’ toch met de paplepel ingegoten gekregen?
In technisch opzicht is Meyjes een degelijke regisseur. De in één shot gedraaid opname van het laatste familiediner van de Silversteins zou niet misstaan in een gelikt Hollywooddrama. Zijn acteursregie schiet echter tekort. Terwijl oudgedienden Hans Croiset en Kitty Corbois mogen theateren als in een oorlogsverwerkingsdrama van Frans Weisz, schmiert Daan Schuurmans er op los als een antisemitische schurk uit Baantjer. Monic Hendricx en filmechtgenoot Fedja van Huêt lijken in een andere film te spelen en houden hun spel juist redelijk ingehouden. Tot overmaat van ramp is de film van begin tot eind overgoten met een muzikale drab die de kijkers emotioneel probeert te sturen: fantasiedodende pasta.

Fritz de Jong