DE GROTE TOVENAAR

Gefragmenteerd bombardement

  • Datum 24-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE GROTE TOVENAAR
  • Regie
    Ruud Monster
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Ruud Monsters documentaire over Frans Zwartjes nodigt uit om films van Zwartjes te gaan zien, maar niet noodzakelijkerwijs dankzij Monster.

De camera zweeft op niet meer dan een halve meter afstand over een half ontkleed vrouwenlichaam, vanaf haar lakschoen (waarin een man zijn tanden zet) tot haar hoofd. De vrouw kijkt in de camera en dan weer weg. Het licht komt van rechts, haar neus werpt een schaduw op haar wang. De man heeft zijn vuisten samengevouwen en slaat met kracht in de maag van de liggende vrouw. Voordat de toeschouwer zich realiseert wat er gebeurt, is er alweer een volgend beeld. Niet alleen dat tempo werkt vervreemdend, ook de eigenaardigheid van het beeld, ondersteund door psychedelische pianomuziek. Het is een gefragmenteerd bombardement.
Frans Zwartjes (1927) begon ooit als altviolist, maar werd daar niet gelukkig van. Op aanraden van zijn moeder werkte hij een tijd in een psychiatrische kliniek en werd vervolgens kunstenaar, blijvend beïnvloed door wat hij had gezien in die kliniek. Sinds 1968 heeft hij meer dan vijftig, voornamelijk korte films gemaakt. Al eerder werden films gemaakt over Zwartjes, maar oud-leerling Ruud Monster (1953) vond ze allemaal niet goed genoeg. Daarom maakte hij zelf een documentaire over Zwartjes: De grote tovenaar.

Bewondering
Ruud Monster is de leerling die een film over zijn meester maakt. Hij bekent sterk door Zwartjes te zijn beïnvloed en doet geen moeite zijn bewondering te verbergen. De grote tovenaar is daardoor soms kritiekloos, maar dat hindert niet. Een begenadigd filmmaker — want dat is Zwartjes — is een dankbaar onderwerp, want de documentaire kan dan doorspekt worden met fragmenten uit zijn oeuvre.
Het werk van Monster is niet veel meer dan interessant opvulsel tussen deze biologerende fragmenten van Zwartjes’ films. De cameravoering is af en toe rommelig, maar vooral de kwaliteit van het beeld laat voor een bioscoopvertoning te wensen over. En de toeschouwer moet soms erg lang tegen het pratende hoofd van Zwartjes aankijken. In die interviews pleit Zwartjes voor een onorthodoxe werkwijze. Hij vertelt als docent aan de Vrije Academie in Den Haag zijn studenten steevast dat er geen conventies bestaan waar rekening mee moet worden gehouden. Er is namelijk maar één doel: creativiteit.
Het werk van Frans Zwartjes is misschien het best te omschrijven als de verbeelding van een psychoot met een vrouwenfascinatie. Zwartjes vroege werk is zwart-wit, er is vaak op één locatie gefilmd en de takes zijn allemaal in de camera gemonteerd in plaats van op de montagetafel. Het resultaat werkt desoriënterend. Het is onduidelijk wat we precies zien en dat is een onderdeel van de schoonheid: hij schept verwondering. Dat De grote tovenaar uitnodigt om meer werk van Zwartjes te bekijken, is vooral de verdienste van de onconventionele kunstenaar zelf.

Asher Boersma

Vier klassiekers uit Zwartjes’ oeuvre zijn in september in het Filmmuseum te zien: Sorbet 3 (1968), Spectator (1970), Living (1971) en Pentimento (1979).