De erfenis (Daan’s Inheritance)

Op zoek naar de man met de camera

De zoon van Ed van der Elsken onderzoekt zijn moeizame relatie met zijn vader, de beroemde fotograaf en cineast die het leven om hem heen regisseerde, inclusief zijn kinderen.

Op vijftienjarige leeftijd liep Daan van der Elsken van huis weg, ging in een kraakpand wonen en raakte verslaafd aan de heroïne. Zijn vader, fotograaf en cineast  Ed van der Elsken, heeft Daan destijds ook gefilmd, en alles in deze documentaire doet vermoeden dat toen alleen de filmer Van der Elsken aan het werk was, niet de bezorgde vader. Van der Elsken was "verliefd op de wereld" maar had alleen aandacht voor zijn gezin als het interessant was voor de film, zo herinnert Daan zijn ‘vrije’ opvoeding. Van der Elsken was regisseur van het leven om hem heen en gebruikte zijn kinderen als objecten, zo beamen sommigen die hem hebben meegemaakt.
Zoals vaker bij kinderen die weinig tekenen van liefde van een dominante ouder hebben meegekregen, is Daan zich pas op latere leeftijd gaan realiseren dat hij nog steeds gebukt gaat onder zijn prestatiegerichte vader, met wie hij zo vaak in de clinch lag. "Geen intimiteit hebben met iemand die als een schaduw over je heen hangt", zo vat oom Gerrit-Jan Wolfensperger Daans gemis aan liefde samen, een verlangen dat nooit kan worden ingelost. In zijn soul searching vraagt Daan zich af waar zijn "extreme opstandigheid, destructief gedrag, drugsgebruik, egoïsme en prestatiedruk" vandaan komen. Zijn vader heeft hem ingeprent dat hij altijd moet ‘rennen’, want lopen is niet genoeg. Daan is er hypergevoelig door geworden, hij heeft geen schil om zich heen, zijn gevoelsleven is direct permeabel. Daardoor wil hij altijd de controle houden, om pijn te voorkomen, met uitputtend perfectionisme als gevolg. Tekenend is dat hij deze documentaire ook het liefste zelf zou willen regisseren — Daan lijkt meer op zijn vader dan hij zou willen.
Daan leidt al vijftien jaar aan een depressie, en gaat ook nog eens gebukt onder een schuldgevoel tegenover zijn dochter. Hij vreest dat zij voor het leven is getekend door zijn ziekte, zo vertelt hij tegen zijn beste vriend en documentairemaker Joris Postema. Je mag hopen dat de zwaar getormenteerde Daan een goede psycholoog heeft, want in je eentje is zo’n complex zelfonderzoek, met bijbehorende obsessieve focus op het verleden, wel heel erg moeilijk. De antwoorden op alle brandende vragen zijn al lang en breed begraven, en waren misschien wel nooit te geven.
Uiteindelijk moet je net als Daan het gekleurde beeld van Van der Elsken wel wat bijstellen. In een ontroerende eindscène doet Daan op heel passende wijze een verzoeningspoging met de man die zich met zijn camera van hem afduwde.

Mariska Graveland