CONTE D’ÉTÉ

De lotgevallen van een opportunist

  • Datum 02-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films CONTE D’ÉTÉ
  • Regie
    Eric Rohmer
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

Gaspard (Melvil Poupaud) en Margot (Amanda Langlet) à la plage

‘To be or not to be’, daar draait het om in dit leven, maar de weifelende Gaspard heeft het er moeilijk mee. In Conte d’été, het derde deel uit de serie Contes des Quatre Saisons, volgt de Franse regisseur Eric Rohmer de net afgestudeerde jongeman op zijn zomervakantie in Bretagne. De eenentwintigste speelfilm van de 77-jarige regisseur is een even typische als a-typische Rohmer-vertelling.

Sinds jaar en dag maakt de inmiddels bejaarde Eric Rohmer films over de alledaagse belevenissen van vroeg-twintigers die zichzelf en anderen kwellen met zeer Franse bespiegelingen betreffende het Zelf en de Ander en de relatie tussen beiden. Dit nu al bijna twintig jaar durende verslag van de adolescentie (in ongeveer tien films) lijkt wel een antropologisch experiment, ware het niet dat de maatschappelijke en historische omgeving van deze jongeren geheel buiten beschouwing blijft. De meestal vrouwelijke hoofdpersonen nemen iedere film wel een iets andere gedaante aan maar verschillen verder niet wezenlijk van elkaar. Wanneer we in Conte d’été in Margot de actrice herkennen die in 1982 als veertienjarige de hoofdrol speelde in Pauline à la plage, is het dan ook net alsof ze het strand in al die jaren niet heeft verlaten.
Het zijn welopgevoede meisjes die studeren of werken, maar dat is niet wat hen werkelijk bezig houdt. Hun eigenlijke obsessie is iedere film weer hetzelfde: de Liefde en hoe deze in zulk een vorm te gieten dat het eigen belang het beste gediend wordt. De zoektocht naar het Geluk vindt plaats in uitvoerige gedachtenwisselingen met vriendinnen, vrienden en soms ook ouders. Rohmer registreert deze vaak nogal narcistische beraadslagingen met afstand en ironie, maar ook met een groot inlevingsvermogen in de illusies, verlangens en onzekerheden van de gemiddelde adolescent.

Speelbal van het lot
Anders dan in de eerdere Rohmer-films heeft Conte d’été met Gaspard voor het eerst een mannelijke hoofdpersoon. En anders dan zijn vrouwelijke voorgangers kenmerkt deze hoofdpersoon zich door een opvallend gebrek aan concrete doelen en duidelijke verlangens. "Ik kan niet goed vechten" zegt hij ergens in de film tegen zijn zojuist verworven vakantie-gezelschap Margot. "Het lukt me niet zo goed om het geluk af te dwingen. Ik hou er meer van als het bij toeval op mijn weg komt." Gaspard maakt zichzelf het liefst tot speelbal van het lot. Zo komt hij — met als enig gezelschap zijn gitaar — in Bretagne terecht omdat een vriend hem zijn appartement aanbiedt. Even daarvoor heeft hij van zijn vriendinnetje Léna gehoord heeft dat zij in diezelfde buurt enige tijd zal gaan kamperen. Gaspards relatie met de nogal ongrijpbare Léna is sowieso gebaseerd op ‘l’habitude du hazard’ ofwel de gewoonte van het toeval.
Niet dat Gaspard niet wat meer geregelde afspraakjes zou willen, maar de populaire Léna laat zich moeilijk dirigeren en Gaspard plooit zich naar haar verlangens. Dus reist hij naar Bretagne af met alleen een vage belofte van Léna dat zij ongeveer rond de twintigste juli ook in de badplaats zal opduiken. Het lot blijkt in Gaspards leven echter vele gedaantes aan te kunnen nemen, in deze ene vakantie alleen al drie verschillende vrouwelijke gedaantes. Gedurende de periode dat hij op Léna wacht, wordt hij door de kordate en nieuwsgierige Margot op lange duinwandelingen meegenomen en uitgehoord over zijn gedachten en gevoelens. Daarnaast laat hij zich verleiden tot een zomeraffaire met de sensuele Solène. Een en ander voltrekt zich zonder al te veel hoofdbrekens van zijn kant totdat hij een week na dato Léna alsnog op het strand tegen het lijf loopt en er tussen de dames gekozen moet gaan worden. Hoe gaat hij dit oplossen?

Spiegel
De realistische en intieme films van Rohmer bieden de kijker een spiegel met een scherp randje. Types als Gaspard — of Valerie in Conte d’hiver (1991, dit najaar hier te zien) of Sophie in Conte de printemps (1989) — geven zich bloot in al hun egocentrisme en opportunisme zonder dat ze het zelf in de gaten lijken te hebben. Het meest opvallende aan het gemiddelde Rohmer-personage is de wijze waarop zij of hij zichzelf en de relatie tot anderen ontrafelt zonder dat dit tot enige verandering of verbetering leidt. De zwakte wordt op tafel gelegd zonder dat vervolgens het besluit genomen wordt de dingen nu eens anders aan te pakken. Iedere keer weer blijven de personages steken in de eigen smoezen en rationalisaties. Vaak eindigen de films dan ook waar ze beginnen.
Zo ook Conte d’été. Gaspard verlaat Bretagne zonder een keuze te hebben hoeven maken. Misschien spreekt in deze zich herhalende impasses dan ook wel eerder het milde cynisme van de bejaarde regisseur dan de leergierigheid en nieuwsgierigheid die de gemiddelde adolescent toch ook kenmerkt.

Jann Ruyters