Spike Lee over Clockers

'We kunnen alleen onszelf redden'

Spike Lee (links) en hoofdrolspeler Mekhi Phifer op de set van Clockers

In het decennium dat hij films maakt, heeft Spike Lee veel controversiële thema’s aangesneden. Maar nooit maakte hij een film over wat volgens velen het belangrijkste probleem is in de Amerikaanse zwarte gemeenschap: de verloedering van zwarte wijken door drugs en het daaruit voortvloeiende geweld. Met Clockers is daarin verandering gekomen.

De meeste films van Spike Lee hebben een opening waar je niet omheen kunt. Terwijl de credits nog over het scherm rollen, vertelt Lee alvast in een notedop wat we mogen verwachten. Zo opende Do the Right Thing met Rosie Perez, dansend op Public Enemy’s opzwepende en weinig aan de verbeelding overlatende rapnummer ‘Fight the Power’. In Jungle Fever zagen we een foto van de negentienjarige zwarte Yusuf Hawkins die zonder aanleiding door een stel blanken was neergeschoten. Malcolm X begon met een shot van de Amerikaanse vlag waar langzaam een grote X in wordt gebrand, afgewisseld met de beroemde Rodney King-videobeelden die aanleiding vormden voor de rellen in Los Angeles. Steeds weer probeert Lee in de eerste minuten een verband te leggen tussen de film en de werkelijkheid.

Zo ook in Clockers, Spike Lee’s nieuwste film. We zien een serie politiefoto’s van kapot geschoten lichamen. Zwarte lichamen. De lichamen van drugsverslaafden. De boodschap is duidelijk: druggeweld is de belangrijkste doodsoorzaak van zwarte jongeren in Amerika. Lee: “Do the Right Thing en Malcolm X richtten de beschuldigende vinger naar het blanke racistische Amerika. Clockers kijkt naar onszelf, naar de zwarte gemeenschap in Amerika. Omdat het daar hoog tijd voor wordt. Als we maar op onze kont blijven zitten, als we denken dat Bob Dole en Newt Gingrich ook maar iets voor ons zullen doen, als we onze redding aan hen moeten toevertrouwen, vergeet het dan maar! It’s time to stand up and do your own thing.

Hoogst amusant
Spike Lee staat in Londen de verzamelde Europese pers te woord. Groepjes van zes journalisten mogen om de beurt een half uurtje met de regisseur van gedachten wisselen. Hij is vermoeid en eigenlijk meer geïnteresseerd in zijn ontmoeting diezelfde avond met Johnny Cochran, de advocaat van O.J. Simpson. “Wat ik interessant vond aan de uitslag van O.J.’s proces, was dat voor de eerste keer in de geschiedenis veel blanke Amerikanen het jurysysteem wilden afschaffen. Alsof dit de eerste onrechtvaardige daad van het juridische systeem was. Hoogst amusant.”

Inderdaad, alleen zijn we niet gekomen om Lee’s visie te horen op het Amerikaanse rechtssysteem, maar om over zijn aangrijpende nieuwe film te spreken. Clockers is de verfilming van de gelijknamige roman van Richard Price, die in 1993 wekenlang bovenaan de bestsellerlijst van de New York Times prijkte. ‘Clockers’ zijn drugsdealers, de kleine jongens van het drugsgilde. Ze staan 24 uur per dag klaar met hun waar. Clockers vertelt het verhaal van Strike, een jonge, zwarte drugsdealer die door inspecteur Rocco Klein wordt verdacht van een liquidatie. De film is zowel een schets van de maatschappelijke gevolgen van drugsgebruik als een onderhoudende whodunnit.

Lee zou de film aanvankelijk helemaal niet regisseren. Martin Scorsese had de rechten op het boek gekocht en was zelfs al met de casting begonnen: Robert De Niro stond te trappelen om de rol van blanke, ogenschijnlijk uitgebluste politieagent Rocco Klein te vertolken. Maar Scorsese gaf voorrang aan Casino en vroeg Lee het project van hem over te nemen. Hoewel hij gevleid was door de uitnodiging, had de filmmaker zijn bedenkingen. “Mijn bezwaar was dat ik meer dan genoeg heb van die zwarte urban gangster shoot-em-up drama’s met een heftige rap-soundtrack. Boyz ’n the Hood en Menace II Society waren goed, maar daarna heb je het wel gehad. Ik had het gevoel dat dit verhaal al duizend keer was verteld.”

Klaarblijkelijk zijn die bezwaren niet doorslaggevend geweest. Wat heeft Lee doen besluiten Clockers toch te maken? “Ik heb er een hele andere draai aan gegeven. Het grote verschil is dat ik geweld niet verheerlijk. Bovendien biedt Clockers in tegenstelling tot al die andere films nog een enigszins optimistisch perspectief. Ik ga de zaken niet mooier voordoen dan ze zijn, een Hollywood-einde hoef je van mij niet te verwachten, maar in deze film zit wel hoop. Verder heb ik ook geen honderd procent pure rap soundtrack gebruikt en tenslotte probeer ik commentaar te leveren op de relatie tussen geweld en uitingen van massacultuur zoals video-games, videoclips en gangsta rap.”

Alhoewel Scorsese een kant en klaar scenario voor Lee had klaarliggen, heeft hij toch de nodige aanpassingen gemaakt. “Ik heb Scorsese’s opvatting van het verhaal gewijzigd. De film die hij wilde maken moest het boek vrij letterlijk volgen. Het boek heeft twee hoofdpersonen, afwisselend wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van inspecteur Rocco en ‘clocker’ Strike. Maar ik was meer geïnteresseerd in Strike’s verhaal dan in het verhaal van een blanke detective die er al twintig dienstjaren op heeft zitten en middenin een midlife crisis zit. Ik vond dat we niets van Rocco Kleins huiselijke beslommeringen hoefden te zien. Je wordt er niets wijzer van wanneer je weet dat hij ruzie met zijn vrouw heeft.”

Levenstaak
En dus krijgt het personage Strike alle ruimte en komt de blanke inspecteur Rocco Klein (een zoals gebruikelijk uitstekende rol van Harvey Keitel) er wat bekaaider af. Strike ontpopt zich in de film als een intelligente en ambitieuze drugdealer. Zijn baas waardeert die eigenschappen en beschouwt Strike als zijn kroonprins. Maar dan moet hij wel eerst zijn loyaliteit bewijzen. Strike krijgt de opdracht een dealer die voor zichzelf is begonnen te vermoorden. De dealer wordt inderdaad vermoord, maar wat schetst onze verbazing als Strike’s brave broer de moord bekent. Rocco Klein gelooft er niets van en maakt het tot zijn levenstaak Strike het leven zuur te maken om hem zo de moord te laten bekennen. De vraag wie de moord nu werkelijk gepleegd heeft, houdt de spanning in het drama.

Het personage Strike wordt vertolkt door debutant Mekhi Phifer, de nieuwste in een hele rij van zwarte acteurs (onder meer Wesley Snipes, Samuel L. Jackson en Rosie Perez) die doorbraken na een rol in een Spike Lee film. Lee: “Ik heb altijd geprobeerd om talentvolle jonge mensen te steunen en dat beschouw ik als een van mijn grootste verdiensten in de tien jaar dat ik nu films maak.” De regisseur is nogal in zijn sas met zijn jongste protégé Phifer, die hij koos uit een aanbod van meer dan duizend aspirant-acteurs. “Mekhi bezocht de auditie in New York nadat zijn neef hem erover had verteld. In een opwelling kwam hij langs, gewapend met niet meer dan een pasfoto uit zo’n do-it-yourself fotomachine. Hij viel me direct op. Ik heb hem een paar keer terug laten komen om samen met andere acteurs scènes te oefenen. Wat ik goed aan hem vond was dat hij totaal niet onder de indruk was van Harvey Keitel. Hij bleef compleet zichzelf.”

Phifer is overigens niet de enige die in deze film zijn debuut maakt. Clockers is ook de eerste film voor cameraman Malik Hassan Sayeed, die eerder ‘best boy’ was bij Malcolm X en bij de in Nederland alleen op video uitgebrachte voorlaatste film van Lee, Crooklyn. Lee: “Hij kwam met het idee om verschillende soorten filmmateriaal voor verschillende scènes te gebruiken.” Een simpele vondst, maar eentje die uitstekend werkt. Zo versterkt het grofkorrelige filmmateriaal dat voor de flashbackscènes werd gebruikt de ‘dromerige’ sfeer en zorgt bijvoorbeeld de scherpte in de bloederige geweldscènes voor een afschuwwekkend realistisch resultaat.

Eerherstel
Clockers is een van Lee’s meest genuanceerde films. Goed, de boodschap — drugs zorgen voor ellende — ligt er misschien nog steeds te dik bovenop, maar de personages zijn geen karikaturen meer en ook de over-the-top acteerstijl is verdwenen. Strike is geen held, maar ook geen slechterik. Door de film heen leren we hem begrijpen en voelen we daadwerkelijk met hem mee. En niet alleen hij, alle personages zijn verrassend menselijk. Clockers is overigens niet alleen een indringend portret van de drugsproblematiek in trieste buitenwijken. Het is ook een soort eerherstel voor de mensen die in deze ‘projects’ wonen.

Lee: “De ‘projects’ hebben een slechte naam gekregen vanwege de minderheid van de bewoners die zich bezondigt aan prostitutie, schietpartijen en de handel in drugs. De meerderheid bestaat uit eerlijke, hardwerkende mensen. En dat heb ik proberen te laten zien. Er is veel goeds, er is hoop in deze wijken. In de film zie je dat in Strike’s broer die werkt voor zijn geld, dat zie je in een moeder die haar jonge zoon uit de handen van de dealers probeert te houden en dat zie je ook in sommige politieagenten die drugs en geweld uit alle macht bestrijden. Maar er spreekt vooral hoop uit het einde van de film wanneer Strike besluit een nieuw leven op te bouwen. Het stoort me enorm wanneer ik lees dat deze film als pessimistisch wordt beschouwd. Wat mij betreft is de lange lijn van zwarte films waarin het lijkt alsof zwarten in Amerika niet ouder worden dan 21 of hun volwassen leven in gevangenissen doorbrengen met deze film tot een einde gekomen.”