CHE PART 1 EN 2

Het brandpunt van de revolutie

  • Datum 01-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films CHE PART 1 EN 2
  • Regie
    Steven Soderbergh
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Spanje/Frankrijk/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Steven Soderberghs viereneenhalfuur durende epos che over Ernesto ‘Che’ Guevara zal publiek en critici blijven verdelen. ‘Love it or hate it’.

In oktober 1967, toen de rest van de wereld protesteerde voor de lieve vrede, werd de revolutionair Che Guevara na een telefoontje van vermoedelijk de legertop in de Boliviaanse jungle geëxecuteerd. Op dat moment had Guevara voor jongeren over de hele wereld de status van popster bereikt. De Argentijn had samen met Fidel Castro de revolutie op Cuba mogelijk gemaakt en hij was uitgegroeid tot het internationale symbool van verzet tegen Amerikaans imperialisme. Ook de foto’s van Boliviaanse militairen die in polaroidstijl met het lijk poseerden gingen de hele wereld over.
Een van de laatste beelden van Steven Soderberghs viereneenhalf uur durende film over Guevara — een charismatische rol van Benitio del Toro — levert commentaar op misschien wel de beroemdste van al die foto’s: een dode Guevara ligt met ogen open op een brancard die aan een helikopter is bevestigd. Soderbergh gebruikt precies datzelfde beeld maar dekt het lichaam toe met een deken. Uit respect. Of om te zeggen: meer kunnen we niet te weten komen. Dat is misschien ook de reden dat zijn hele film nogal terughoudend is over de man die in het Westen eigenlijk alleen nog bekend is als T-shirtlogo.

Barre tocht
Want wat heeft Soderbergh gedaan? Op basis van Guevara’s dagboeken vertelt hij het verhaal over twee cruciale episodes uit het leven van de Argentijnse arts en revolutionair: het eerste deel over de drie jaar durende en uiteindelijk succesvolle campagne om de macht op Cuba te veroveren en het tweede deel over Guevara’s poging dat tien jaar later te herhalen in Bolivia. Alleen draaide het daar uit op een totale mislukking.
Dat die films zo terughoudend zijn over hoe Guevara dacht en wie hij werkelijk was, heeft alles te maken met Steven Soderbergh. Kijk maar naar zijn films: Soderbergh heeft een soort fetisjisme voor processen, plannen, de manier waarop dingen lopen. In bubble krijgt dat zelfs een dubbele betekenis: de film speelt zich af in een fabriek langs een productielijn van poppen. Bovendien was bubble Soderberghs poging om het proces, de logistiek van filmproductie te vernieuwen door de film simultaan op dvd, betaal-tv en in de bioscoop uit te brengen. erin brokovich met Julia Roberts draaide om het proces van het nauwkeurig blootleggen van een gifschandaal. solaris draaide om het proces van herinneren. En, natuurlijk, ocean’s eleven, twelve en thirteen draaien om het tot in detail voorbereiden en uitvoeren van drie uiterste ingewikkelde inbraken.
Geen verrassing dus dat deze twee films over Guevara vooral het proces volgen, de logistiek van de guerrillacampagnes, van dag tot dag, tot in detail: het slapen, eten, voedsel kopen van boeren, onderlinge ruzietjes beslechten en lesgeven aan analfabeten. Gevechten zijn er bijna niet, vooral in deel twee niet waarin het accent ligt op de lange, barre en uitzichtloze tocht door de jungle die uiteindelijk helemaal nergens heen blijkt te leiden.

Guerrilla
Het eerste deel, dat in het buitenland the argentine heet maar hier een beetje droog che part 1, is het verhaal van Guevara’s rol in de Cubaanse revolutie. Daar trok hij tussen 1956 en 1959 samen met Fidel Castro naar de hoofdstad Havana om een einde te maken aan de dictatuur van Fulgencio Batista. Soderbergh doorsnijdt die Cubaanse episode met het bezoek van Guevara in 1964 aan New York waar hij een toespraak houdt voor de Verenigde Naties en interviews geeft aan de Amerikaanse pers. In het tweede deel (guerrilla, hier che part 2) verdwijnt Guevara plotseling uit Cuba om dan vermomd op te duiken in Bolivia waar hij een nieuwe Boliviaanse revolutie wil aansturen. Bovendien zat de Argentijn tussendoor nog even in Congo om daar een revolutie op te starten maar die mislukte en hij ontsnapte.
Wat wil Soderbergh met deze films? Waarom in 2009 komen met een film over een guerrilla die jongeren niet meer kennen, over een strijd waar ze nog nooit van gehoord hebben, en dan ook nog in twee films van meer dan twee uur die bepaald niet makkelijk te verteren zijn?
Soderbergh wilde ons misschien herinneren aan iets dat voor westerlingen niet meer bestaat. Namelijk het idee dat je je leven offert voor een zaak. Dat is wat cru gezegd maar het gaat hierom: dat de opofferingsgezindheid en doelgerichtheid die bij een guerrillastrijd horen in de ogen van westerlingen een historische curiositeit zijn. Terwijl tegelijkertijd overal ter wereld nog steeds guerrilla’s worden uitgevoerd, of het nou in Irak, Afghanistan, Colombia of Sri Lanka is. Die parallel met moderne conflicten dringt zich onvermijdelijk op. Maar voor ons is de dood altijd ergens anders. Zelfs militairen denken in eerste instantie niet meer aan zelfopoffering, eerder aan de ervaring, aan ’thrill seeking’. Het besef dat elke strijd ook over de dood gaat, komt pas later.

Alles mis
Maar werkt het? Lukt het Soderbergh om zijn publiek mee te nemen en aan het denken te zetten? Als de films apart worden uitgebracht — zoals hier in Nederland deel 1 op 19 maart en deel 2 op 2 april in release gaan — is het antwoord nee. Omdat ze namelijk pas betekenis krijgen als ze tegenover elkaar worden gezet. En dat werkt niet als er twee weken tussen zitten.
Het eerste deel in Cuba heeft een traditioneler plot, met een begin, een midden en een ontknoping. Terwijl het tweede deel in Bolivia nooit verder komt dan een begin, omdat de strijd daar ook nooit verder kwam dan een begin. In Bolivia gaat alles mis wat mis kan gaan. Met als belangrijkste reden dat de bevolking niet op een revolutie zat te wachten, iets dat Guevara nooit heeft willen zien. Om een grof idee te krijgen van wie Guevara volgens Soderbergh was, moeten die twee delen vlak na elkaar worden gezien.
Omdat Soderbergh bovendien niet toestaat dat de kijker zich met iemand identificeert, lijken de films eerder abstracte ideeën over overtuiging en roepen ze eerder ideeën op over overtuiging dan dat ze emoties oproepen. Guevara zien we nooit in close-up — en anders is er het vele haar dat zijn gezicht bedekt — maar altijd op afstand en altijd tussen de anderen. Hij is geen held die boven de rest staat, en volgens Soderbergh klopt dat helemaal met Guevara’s eigen principes. Dat is mooi, maar dat maakt dat je de film van een afstandje beleeft, als een abstractie. Zeker voor een publiek dat zich niets uit die tijd herinnert, omdat het nog niet bestond of omdat het zich nooit met die strijd verbonden voelde, is de film een kleine beproeving.

Banaal
Tegelijk moet je bijna wel bewondering hebben voor de strijd die Soderbergh zelf heeft moeten leveren om de film te kunnen maken. Met een nieuwe type digitale camera, die pas twee dagen vóór het filmen klaar was, doken hij en zijn crew in totaal 78 dagen de jungle in. Om daar de soms fantastisch gechoreografeerde scènes op te nemen op moeilijk toegankelijk terrein. Let tijdens gevechten maar eens op wat er in één ’take’ allemaal gebeurt en hoe de camera zich om de actie heen beweegt. Guerrilla filmmaken voor een guerrillastrijd noemde het tijdschrift Film Comment dat. Op een bepaald niveau zit je dus vooral naar Soderbergh zelf te kijken, naar Soderbergh en zijn eigen fascinaties, naar zijn eigen proces van filmmaken. Dat is bij doeltreffende kunst nooit anders. Die verschillende lagen en de keuze om Guevara’s machinale toewijding te laten zien juist door het leven van alledag vast te leggen geven de film een ambiguïteit mee die intrigeert en tot nadenken aanzet. Bij wie bereid is zich te concentreren.
Deel 1 en 2 die — nogmaals — samen zouden moeten worden vertoond omdat ze als twee gebrekkige lenzen alleen samen het brandpunt scherpstellen, zijn geen historische verslagen en met die verwachting moet dan ook niemand erheen gaan. che part 1 opent met beelden van het interview in New York waarin de camera alleen fragmenten vangt van de man: de sigaar, een oog, een wenkbrauw, een laars. En verder dan fragmenten zal de film niet gaan. Soderbergh maakte een film van viereneenhalf uur rond een fragment van Guevara’s persoonlijkheid: zijn overtuiging, zijn wilskracht en de manier waarop hij dat gebruikte in alledaagse, bijna banale situaties.
En dan is er nog het beeld. Nadat het beeld de man verving en nu op zijn beurt weer door een nieuwe man wordt vervangen zal Guevara — getuige ook Soderberghs laatste shot van het lijk — voor altijd verhuld blijven, voor altijd ‘out of focus’ zijn. De nieuwe Che van Benicio Del Toro zal voor nieuwe generaties de plaats innemen van de historische Che. In een beeldcultuur kan dat niet anders, zoals de verhalen in een orale cultuur ook elke keer weer anders worden doorgegeven. De echte Che werd geëxecuteerd in die Boliviaanse hut in 1968 en omdat we kunnen aannemen dat hij zelf ook niet precies wist wie hij was, moeten we die waarheid zeker niet van Soderbergh verwachten. Kunst kan benaderen maar kan nooit echt laten zien.

Ronald Rovers