CHACUN CHERCHE SON CHAT

Netwerk van oude dametjes

  • Datum 01-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films CHACUN CHERCHE SON CHAT
  • Regie
    Beeban Kidron
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

Chloé (Garance Clavel, midden) op zoek naar haar kat

De titel van de film doet een lichtvoetige en ongecompliceerde komedie vermoeden. Dat klopt, maar dan wel eentje met onverwachte diepgang. In Chacun cherche son chat wordt een jonge vrouw gedwongen om uit haar schulp te kruipen, wanneer haar kat zoek raakt. Op haar hilarische zoektocht door de straten van Parijs ontmoet ze een bonte stoet van medebuurtbewoners en ontdekt ze gaandeweg een stukje van het ‘echte’ leven.

Voor een bepaald type regisseur vormt de grote stad een dankbaar decor voor het maken van een film. Bekendste voorbeeld is natuurlijk Woody Allen, die ongeacht het centrale thema van een film, bijna iedere keer weer het zelfde deel van zijn woonplaats New York exploiteert. Franse filmmakers hebben natuurlijk hun Parijs. In zijn laatste film Les rendez-vous de Paris liet routinier Eric Rohmer zijn personages door de lichtstad dwalen, waarbij zijn liefde voor de stad de wel zeer oppervlakkige inhoud van zijn film zelfs volledig overschaduwde. Rohmers veel jongere landgenoot Cédric Klapisch (1961) geeft de stad en haar inwoners op een veel levendiger wijze vorm. Hij situeerde zijn film Chacun cherche son chat in het 11de arrondissement, dat ook wel la Bastille genoemd wordt. In deze wat rommelige buurt leven jong en oud, autochtoon en allochtoon, rijk en arm kris kras door elkaar.
De aantrekkingskracht van het leven in de grote stad is voor veel mensen gebaseerd op de paradoxale relatie tussen enerzijds het verlangen naar anonimiteit en anderszijds de drang om nieuwe en interessante mensen te ontmoeten. Ook in Chacun cherche son chat draait het leven van de meeste personages om deze twee polen. Het meest opvallend komt dit naar voren in de talloze oudere dametjes die Klapisch ten tonele voert. Ze wonen weliswaar allemaal op zichzelf, maar door een telefonisch netwerk staan ze met elkaar in verbinding en houden ze het reilen en zeilen van alle buurtbewoners nauwlettend in de gaten.

Gris-Gris
De hoofdpersoon van de film is de jonge en fragiel ogende Chloé, die samen met haar kat inwoont bij een homoseksuele vriend. Ze is het type meisje dat ouders liever niet naar de grote stad zien vertrekken. Haar naïviteit en goedgelovigheid zijn nu eenmaal niet de meest geschikte karaktereigenschappen om je staande te houden in de harde werkelijkheid van een wereldstad. Wanneer Chloé voor het eerst sinds drie jaar weer op vakantie wil gaan is haar grootste zorg iemand te vinden die op haar kat wil passen. Het zwarte dier, luisterend naar de naam Gris-Gris, wordt ten slotte ondergebracht bij de bejaarde Renée, die met haar twaalf katten een betrouwbaar onderkomen lijkt te bieden.
Bij terugkomst van vakantie blijkt de kat echter verdwenen te zijn en dreigt Chloé’s wereldje in te storten. Samen met de taaie Renée, die zo’n beetje de hele buurt kent en mobiliseert, gaat Chloé aanvankelijk vol goede moed op zoek. Onderdeel van de zoekactie is het ophangen van kleine briefjes, met het verzoek om contact met haar op te nemen, wanneer men Gris-Gris ergens gezien heeft. Dit soort plakkaatjes kom je ook in Amsterdam op de gekste plaatsen tegen en ik vraag me nu opeens af of iemand daar ooit resultaat mee gehad heeft. Chloé in ieder geval niet. Op den duur bemoeit iedereen zich met de zoekactie en Gris-Gris groeit op een zeer komische manier uit tot ’the talk of the neighbourhood’.

Tragi-komisch
Gaandeweg de film raakt de kat echter steeds meer op de achtergrond en maakt de verhaallijn een metaforische omslag. Mede omdat ze genoodzaakt is om allerlei wildvreemde mensen aan te spreken komt Chloé langzaam uit haar isolement. Ze begint als het ware aan een spirituele odyssee. Daarbij valt ze van de ene verbazing in de andere. Tijdens een solitair avondje uit wordt ze eerst in een kroeg lastig gevallen door een jongeman en vervolgens krijgt ze de wind van voren van diens vriendin, die haar verwijt dat ze haar vriendje wil inpikken. Een welwillende barkeepster brengt haar aan het eind van de avond naar huis en probeert haar dan te zoenen en nog diezelfde nacht doet Chloé zelf een mislukte poging om haar homoseksuele huisgenoot te versieren.
De tragi-komische verwikkelingen waar Chloé in terecht komt zijn door regiseur Klapisch op aanstekelijke wijze in beeld gebracht, waarbij hij grotendeels gebruik maakte van niet-professionele acteurs. Zijn belangrijkste boodschap lijkt te zijn dat de wereld niet uitsluitend in onoverbrugbare tegenstellingen verdeeld hoeft te zijn. Iedereen heeft, zelfs in de grote stad, met elkaar te maken en komt elkaar vroeger of later wel tegen.
Volgens de regisseur zelf betekende het maken van de film ook een zoektocht naar een nieuwe manier om speelfilms te maken, die dicht tegen de documentairevorm aanleunt. Gelukkig leidde deze instelling niet tot dezelfde experimentele pseudo-stijl van Breaking the waves, waarmee Lars von Trier en Robby Müller zogenaamd een nieuwe filmtaal hebben ontwikkeld. Op een hele oorspronkelijke manier zijn Klapisch en zijn cameraman Benoît Delhomme (mede dankzij Cyclo een rijzende ster) er in geslaagd de film dezelfde vitaliteit en directheid te geven van een documentaire, gekoppeld aan de charme en de fantasie van een mooi verhaal. En dat kan ook zonder zwalkende camerabewegingen of onscherpe instellingen.

François Stienen