Cézanne et moi

Vriendschap is een illusie

  • Datum 14-12-2016
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Cézanne et moi
  • Regie
    Danièle Thompson
    Te zien vanaf
    01-01-2016
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

De innige vriendschap tussen Paul Cézanne en Émile Zola kwam na dertig jaar abrupt ten einde. Cézanne et moi trekt veel romantische kunstenaarclichés uit de kast.

Het is een mooi verhaal. Als een koene jonge ridder schoot de dertienjarige Cézanne in 1852 op het schoolplein in Aix-en-Provence een jongen te hulp die door klasgenoten getreiterd werd. Die jongen was de één jaar jongere Émile Zola, een tenger, met een zwakke gezondheid kampend schuchter jochie, wiens vader vijf jaar eerder was gestorven. Het kind leefde in armoede met zijn moeder. Een intense vriendschap was geboren. Mooi verhaal, maar vrijwel zeker een mythe. Het is tekenend voor Cézanne et moi dat het dit verhaal gloedvol opdient, want het past in de romantisering van het kunstenaarsleven waarin de film zich wentelt.
Het is waar Cézanne en Zola vanaf hun jeugd dikke vrienden waren totdat de vriendschap ruim dertig jaar later in 1886 met een klap uit elkaar spatte. De reden was de publicatie van Zola’s Het meesterwerk. De roman portretteert een schilder die een revolutie in de schilderkunst teweeg wil brengen en als hij daarin faalt zelfmoord pleegt. Cézanne meende dat Zola het personage op hem gebaseerd had — de schilder kreeg toen nog geen voet aan de grond in de gevestigde kunstwereld — en de roman voelde als een dolkstoot in zijn rug. De mannen zouden elkaar nooit meer schrijven en ontmoeten, maar de vriendschap zat zo diep dat toen Zola zestien jaar later overleed Cézanne zich naar verluidt een dag huilend opsloot in zijn huis.
Cézanne et moi schetst met veel tijdsprongen en flashbacks de lange vriendschapsperiode, die van karakter verandert als de vrienden twintigers zijn. Als kind en tiener kijkt Zola enorm op tegen Cézanne, die van rijke komaf is en voor de duvel niet bang. De rollen draaien om als Zola op zijn drieëntwintigste in Parijs succesvol debuteert en door de gevestigde literaire wereld wordt omarmd, maar Cézanne in Aix worstelt met het leven. Van zijn vader krijgt hij geen geld meer — de man wil dat zijn zoon een respectabel beroep zoekt — en de gevestigde kunstwereld vindt hem een rare snuiter, die met zijn nieuwlichterij de boel belazert. Het verschil in sociale positie leidt bijna onvermijdelijk tot de breuk, want voor Zola wordt Cézanne een herinnering aan een verleden, dat hij als succesvolle schrijver wil vergeten.
Cézanne et moi giet het interessante verhaal van de legendarische vriendschap in stevig aangezette kunstenaarsclichés. Cézanne is een impulsieve wildebras en door perfectie geobsedeerde schilder die als het niet lukt zijn schilderijen stukslaat. Zola is de rationele intellectueel, die zijn woorden nauwkeurig weegt en van Cézanne moet leren hoe hij een vrouw moet versieren. Je kunt zo’n filmbenadering schilderachtig en kleurrijk noemen, maar ook belegen en oubollig. Echt onvergeeflijk is dat scenarist en regisseur Danièle Thompson de twee vrienden twee jaar na hun breuk weer doodleuk elkaar nog een keer laat ontmoeten om het nog eens goed over hun ruzie te hebben. Wie zo weinig respect voor de waarheid heeft, neemt de bioscoopbezoeker niet serieus.

Jos van der Burg