Central do Brasil

Kijk het had iedereen kunnen zijn

Dora (Fernanda Montenegro) en Josué (Vinicius de Oliveira) in het binnenste van Brazilië

Central do Brasil, de tweede speelfilm van de Braziliaan Walter Salles, is een ontroerende road movie door een ontwricht land. De vriendschap tussen een armoedig jongetje en een vermoeide gepensioneerde lerares kon zowel het nationale als het internationale publiek bekoren: Central do Brasil is de best bezochte film aller tijden in Brazilië, won een Golden Globe en de Gouden Beer, en is nu genomineerd voor de Oscar voor de beste buitenlandse film.

Central do Brasil begint als een andere film. Maar als hij begint, begint hij als zichzelf: met een aantal prachtige rake schetsen van analfabete vaders en zonen, echtgenotes, moeders en versmade minnaressen die hun hartenkreten dicteren aan Dora, brievenschrijfster op het hoofdstation van Rio de Janeiro. Je vermoedt al snel dat ze nooit op hun plaats van bestemming zullen aankomen, omdat Dora eigenlijk al heel lang haar vertrouwen in de mensheid is verloren.

Die trefzekere openingsbeelden verraden de documentaire-achtergrond van regisseur Walter Salles. Gefilmd met ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid, alsof ze nou eenmaal zo voorhanden waren, geven ze blijk van een gretig oog voor detail. Je kunt ze wel blijven bekijken. Je kunt wel een hele film lang wachten totdat de volgende persoon in die lange rij voor het als altaartje ingerichte schrijftafeltje van Dora aan de beurt is om in enkele alledaagse zinnen zijn levensgeschiedenis te verklappen. En dan weer de volgende. En de volgende. Een schier oneindige reeks levens.

Vermomde Elckerlyc
Het lijkt daarom wat willekeurig als een van die personen plotseling tot hoofdpersoon wordt uitverkoren. Of eigenlijk haar zoontje Josué, want nadat zijn moeder met behulp van Dora enkele brieven heeft opgesteld aan haar ex-echtgenoot waarin zij hem vraagt zijn zoon te ontmoeten, wordt zij door een bus geschept en sterft. Vervolgens manoeuvreert de film omstandig naar het onvermijdelijke vervolg van dit uitgangspunt: Dora trekt zich het lot van de jongen aan en gaat met hem op zoek naar zijn vader.

Toch heeft het omslachtige exposé van de film wel een functie. De schijnbaar indifferente manier waarop de film zijn hoofdpersonen kiest lijkt te zeggen: kijk het had iedereen kunnen zijn, en daarom zijn zij iedereen. Josué en Dora zijn de als armoedig jongetje en vermoeide oud-lerares vermomde Elckerlyc, die wij allemaal zijn, op zoek, ingescheept op een mythologische speurtocht naar vaders en zonen, naar een veilige haven, naar onszelf.

Door Dora bovendien met de grootst mogelijke tegenzin aan deze reis te laten beginnen toont Salles zich wars van elke vorm van sentimentaliteit. De uitkomst van zijn film mag dan voorspelbaar zijn, het is allerminst een platgetreden pad.

Illegale taxi’s
Met zijn tweede speelfilm wist Walter Salles zowel de bioscoopbezoekers van zijn vaderland Brazilië, waar Central do Brasil de best bezochte speelfilm aller tijden werd, als het internationale publiek te bekoren. De film won vorig jaar een Gouden Beer in Berlijn, dit jaar een Golden Globe, en is nu genomineerd voor de Oscar voor de beste buitenlandse film. Fernanda Montenegro, die Dora speelt, is terecht genomineerd voor de Oscar voor de beste actrice.

Net als in zijn eersteling Foreign Land (Terra estrangeira, 1995) vlecht Salles thema’s als het zoeken naar je wortels, de vraag naar wie je bent en waar dat door wordt bepaald en de culturele ontheemding van de moderne Braziliaan in realistisch aandoende, maar symbolisch gefundeerde verhalen.

De titel van de film bijvoorbeeld, Central do Brasil, is op meerdere manieren te duiden. Hij slaat op het vertrekpunt – het centraal station van Rio de Janeiro – en op het doel van de reis die Josué en Dora maken – het binnenland van Brazilië. Door die reis is de film bovenal een road movie, een fysieke reis door een ontwricht land en een innerlijke reis naar identiteit, het binnenland van je persoonlijkheid.

Maar niets van dit alles doet er toe als je naar de film zit te kijken. Het zijn gedachten die zich pas later opdringen, zo eenvoudig en effectief vertelt Salles zijn verhaal. Effectief, omdat hij door het gebruik van het cinemascope-formaat elk beeld optimaliseert. En wat is dat toch een heerlijk formaat: grote, mooie, als landschapsschilderijen gekadreerde taferelen. Met elke kilometer die Josué en Dora afleggen, liftend, lopend, in lange-afstandsbussen of illegale taxi’s, door een stoffig land vol warme kleuren, raak je meer bij hen betrokken. Je hoopt dat ze bij elkaar zullen blijven, om de manier waarop Josué gefascineerd het verlepte lichaam van zijn beschermengel bespiedt. Je weet dat dat niet zo zal zijn, omdat zij nog terug moet naar haar uitgewoonde appartement in de hoofdstad om al die brieven te versturen waar zij ooit geen vertrouwen in had.