CARLITO’S WAY

Gangster zonder kloten

Brian De Palma ging een paar jaar geleden op spectaculaire wijze onderuit met de verfilming van Tom Wolfe’s bestseller The bonfire of the vanities. Langzaam maar zeker probeert hij weer overeind te komen door zich op vertrouwd terrein te begeven. Na de suspense-thriller Raising Cain keert De Palma met Carlito’s way terug naar het gangsterfilm-genre. Al Pacino, die eerder schitterde in De Palma’s Scarface, is ook weer van de partij.

De Palma’s persoonlijke Waterloo speelt hem nog steeds parten. The bonfire of the vanities flopte aan de kassa, nadat de film door de pers genadeloos was neergesabeld. De ironie wil dat zowel in film als boek de teloorgang van een man door toedoen van een journalist centraal staat. Het debâcle van de film is uitgebreid beschreven in Julie Salamons boek The devil’s candy, hetgeen De Palma als een vervelende trap na ervaren moet hebben. Nu had de regisseur toch al een haat-liefde verhouding met de pers: enerzijds werd hij naar aanleiding van zijn thrillers omschreven als ’the modern master of suspense’, anderzijds leverde het herhaaldelijk kokketteren met de nalatenschap van Alfred Hitchcock hem de beschuldiging van epigonisme op.
Het mag dan ook weinig verbazing wekken dat de geplaagde regisseur op hoge poten de Nederlandse pers tegemoet trad, toen hij onlangs in een Amsterdams hotel zijn nieuwe film kwam toelichten. Zichtbaar geïrriteerd werkte De Palma het verplichte nummer af, waarbij vragen over zijn vermeende Hitchcock citaten en de ‘nouvelle violence’ trend op onbegrip en woede stuitten. De Palma heeft er genoeg van om als plagiator afgeschilderd te worden en beschuldigt de pers van het creëren van niet bestaande trends, die alleen tot een hogere krantenverkoop moeten leiden. "Dat gezeur over geweld in films moet maar eens afgelopen zijn", aldus De Palma. De starre houding van de regisseur leidde bij de persconferentie tot veelzeggende stiltes en een voortijdig einde.

Ontsnapping
Brian De Palma moet het niet van zijn welsprekendheid hebben, maar van zijn visuele hoogstandjes. Wat dat betreft opent Carlito’s way erg sterk: in de openings-sequentie van de film zien we in grove zwart-wit beelden hoe Carlito Brigante op een troosteloos perron wordt neergeschoten. Door de ogen van de doodbloedende gangster zien we de geschrokken paniekreactie van zijn vriendin. De camera draait daarbij langzaam om de as, om via een blik op Carlito’s verstarrende ogen te eindigen bij een reclamebord dat in kleur van het scherm spat. De tekst ‘Escape to paradise’ moet de lezer naar een zonnig strand met palmbomen lokken. De scène vat het verloop van de film kernachtig samen. Dit is een man die zijn droom aan duigen ziet vallen omdat zijn gewelddadige verleden hem heeft ingehaald.
De Palma toont ons vervolgens hoe Carlito door toedoen van zijn gewiekste advocaat vervroegd uit de gevangenis wordt ontslagen. Vijf jaar eerder werd hij tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij in de jaren zestig aan het hoofd van een bende heroïne-dealers stond. Tijdens zijn gevangenisjaren is er veel veranderd. Cocaïne heeft heroïne van de markt verdrongen en van de oude erecodes is niets meer over. Carlito wil een respectabel bestaan opbouwen maar komt al snel in zijn oude milieu terecht, niet in de laatste plaats door toedoen van zijn advocaat. Terwijl zijn relatie met een oude liefde weer opbloeit neemt de hoop op ontsnapping af. Wanneer Carlito uiteindelijk het gewraakte perron betreedt weten we dat hij zijn paradijs nooit zal bereiken.

Bokkesprong
De lyrische camera van De Palma doet het in Carlito’s way na de openings-scène opvallend rustig aan. Op enkele incidentele shots na is er nergens sprake van bevlogen hoogstandjes. Ook het verhaal ontrolt zich in een rustig tempo, zodat het vooral de acteurs zijn die de film maken. Al Pacino is goed op dreef in de hoofdrol, waarin hij de tegenpool van zijn personage in Scarface neerzet. Als Pacino vorig jaar niet al een Oscar voor zijn rol als blinde in Scent of a woman ontvangen had, maakte hij dit jaar een goede kans. Alhoewel hierbij aangetekend moet worden dat personages met een handicap bij de bejaarde Academy-jury aanzienlijk hoger scoren dan gangsters. In zijn rol als de coke snuivende joodse advocaat van Carlito weet Sean Penn ook goed te overtuigen, daarbij geholpen door een voor zijn doen behoorlijk bizar pruikje. Voor het gangstermilieu van ‘spics’ en ‘wops’, zoals de Puertoricanen en Italianen elkaar omschrijven, verzamelde De Palma verder een aantal kleurrijke figuren met veelzeggende koppen.
Toch is Carlito’s way geen tweede Scarface. Het scenario van David Koepp is misschien beter dan zijn rammelende script voor Jurassic Park, het biedt echter weinig verassende wendingen. Bovendien verdwijnt Carlito’s moordenaar halverwege uit de film om pas op het allerlaatste moment weer op te duiken. Zo’n bokkesprong is niet verassend maar flauw. Het geweld in de film heeft bovendien nergens de uitwerking die het in De Palma’s vorige gangsterfilm had. Ten tijde van Scarface was de bioscoopbezoeker weinig gewend, waardoor Pacino’s excessieve gewelddadigheid de kijker met de subtiliteit van een moker raakte. Tegenwoordig maakt filmgeweld aanzienlijk minder indruk, waardoor Carlito’s way een essentieel onderdeel mist dat zijn voorganger zo goed maakte: ‘cojones’. Met zijn gangsterfilm zonder kloten is De Palma dus nog niet helemaal terug, maar hij is beslist op de goede weg.

Bart van der Put