CALIMUCHO

Het circus draait altijd door

  • Datum 21-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films CALIMUCHO
  • Regie
    Eugenie Jansen
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Eugenie Jansen toerde een zomer mee met een klein circus een maakte daarover de indringende documentaire-achtige speelfilm, of fictionele documentaire calimucho.

Calimucho, zo meldt een grappig bedoeld reclamespotje waarin feiten en verzinsels over EU-landen worden uitgelicht, is het meest populaire mixdrankje van Spanje. Het mengsel van rode wijn en cola gaat er daar in als breezer. Maar de Nederlandse circusman Willy drinkt het vooral omdat het een onopvallend drankje is; op het eerste gezicht is het net gewone cola. Zijn vrouw Dicky moet eerst even aan het glas ruiken om zeker te weten dat hij al vroeg op de dag een slok op heeft. Het oefenrondje messenwerpen ziet ze dan wat minder zitten.
Eerder was in de openingsscène van Eugenie Jansens calimucho al te zien dat Willy niet altijd een even vaste hand heeft met de messen. Jansen zit haar spelers dicht op de huid; ze toont ons een close-up van Dicky’s gezicht terwijl zij tegen het bord staat en de messen haar om de oren vliegen. Die horen we alleen langs suizen; het enige mes dat we zien is dat ene dat afketst en rakelings langs Dicky’s hoofd suist. "Daar had je me bijna", zegt ze, tamelijk kalm. Ook Willy bekijkt het nuchter; hij vraagt zoontje Timo het mes op te rapen. "Geef maar aan papa", klinkt het van buiten beeld. Maar Dicky’s ogen verraden haar nervositeit, zoals ze gedurende de film vaker haar onuitgesproken emoties zullen blootgeven.

Lama’s
Ik had het hierboven niet voor niets over ‘spelers’. De karakters die calimucho bevolken worden niet gespeeld door acteurs. Jansen en haar crew reisden een zomer mee met een klein circus en vonden daar eveneens de meeste bijfiguren. Alleen de twee rollen die de film dragen worden gespeeld door ‘buitenstaanders’, maar Dicky en Willy zijn in het echt ook Dicky en Willy en werkten tot voor kort allebei ook in het circus. In tegenstelling tot hun fictionele alterego’s ruilden ze die carrières echter in voor meer reguliere baantjes toen hun zoon geboren werd.
Dat is lang niet de enige afstand die de film neemt van de werkelijkheid. De vorm van de film ligt zeer dicht tegen die van een, weliswaar gestileerde, documentaire aan. Ook het circusgedoe op de achtergrond is echt, van gesteggel met vrachtwagens en caravans tot laconieke dromedarissen en lama’s die plotseling in een hoekje van het beeld opduiken. Maar het intieme familiedrama dat daarmee wordt verteld is echt fictie, wat nog eens wordt benadrukt door de soundtrack van vader en zonen Huppertz die als een Grieks koor door de film heen is geweven.
Dat familiedrama draait om de keuze die Dicky moet maken tussen het gezin dat zij aannam toen haar zus overleed en de prille verliefdheid voor de aangewaaide circuswerker Tarek. Opvallend genoeg botst de vorm het sterkst met de inhoud op de momenten wanneer dat centrale drama het meest expliciet wordt uitgesproken. Ondanks dat de karakters zich nooit bewust lijken te zijn van de camera, voelt het onwaarachtig wanneer zij zich in beeld zo bloot geven. Gelukkig richt Jansen zich voor het grootste deel van de film juist op wat er niet wordt gezegd, en vooral hóe dat niet wordt gezegd.

Joost Broeren