Brozer

Zin geven aan het zinloze

Met Brozer proberen de doodzieke actrice Leonoor Pauw en haar vriendinnen zin te geven aan de onontkoombare dood.

Soms hoor je mensen nog wel eens zeggen dat de dood een taboe is in de westerse cultuur. Dat moeten dan mensen zijn die nooit televisie kijken of in de bioscoop komen. Op de tv is de dood in praatprogramma’s al jaren een geliefd onderwerp en in de bioscoop is Magere Hein ook allang aan een opmars bezig.

Om duistere redenen wordt er vooral veel gestorven in Nederlandse jeugdfilms. Bizar veel. Om een paar films te noemen: de dood slaat toe, of is op de achtergrond aanwezig, in Achtste groepers huilen niet, Pijnstillers, Kauwboy, Dummie de mummie en Het leven volgens Nino.

In de Nederlandse jeugdfilm heeft de dood echtscheiding als Groot Drama verdrongen. In Nederlandse films voor volwassenen ligt dat anders. Geen gebrek aan documentaires over ziekte en dood, maar op een paar uitzonderingen na (Turks fruit, De kleine blonde dood) geen speelfilms. Brozer van Mijke de Jong staat met één been in fictie en met het andere in documentaire. Het drama is een vervolg op Broos, De Jongs film uit 1997 over vier zussen die samen het veertigjarige huwelijksfeest van hun ouders voorbereiden. Het verloop van de bijeenkomst laat zich raden: ruzie over teksten en liedjes en veel oud zeer dat naar boven komt.

In Brozer komen de zussen (gespeeld door dezelfde actrices) weer bij elkaar, maar nu met een tragische aanleiding. Éen van hen (Leonoor Pauw) heeft niet lang meer te leven en haar drie zussen komen haar steunen. Dat de kijker weet dat Pauw tijdens de opnamen in werkelijkheid doodziek was, geeft het drama een bizarre lading: we kijken naar een speelfilm waar de werkelijkheid als een verstikkende deken overheen ligt. Preciezer gezegd: we kijken naar een toneelstukje waarin een doodzieke actrice een doodzieke vrouw speelt, die omringd wordt door actrices, die spelen dat ze haar zussen zijn, maar die in werkelijkheid haar vriendinnen zijn. Bent u er nog?

Natuurlijk valt het fictiespelletje niet vol te houden. Als Pauw steeds zieker wordt, vallen de actrices uit hun rol en worden zichzelf. Als vriendinnen proberen ze haar te steunen in de laatste levensfase en vechten ze met hun emoties. Schreef ik zojuist zichzelf? Dat is nu net even de vraag, want hoe ben je jezelf met constant een camera in de buurt en het besef dat het materiaal een film moet opleveren?

Brozer roept de vraag op hoe waarheidsgetrouw het leven kan zijn met een camera in de buurt. Wordt terminaal ziek zijn met een camera op je gericht een acteerprestatie? Brozer voelt ongemakkelijk doordat hij de kijker in een voyeuristische rol dringt. Willen we in de bioscoop aan het stervensbed van Pauw zitten? Waarom wilde de actrice haar stervensproces eigenlijk via film met iedereen delen? In een interview zei ze er dit over: "Ik hoop dat de mensen zien dat het ook iets moois kan brengen. Dat je uit het gegeven dat je dood gaat, ook vreugde en verdieping kan halen."

Misschien zien sommigen dat in de film, maar ik zie een hulpeloze, soms ontroerende, poging om aan het zinloze zin te geven.