Broken Flowers

Het effect van een uitgestreken smoelwerk

Broken Flowers

Uit Broken Flowers blijkt dat de gortdroge stijlen van Bill Murray en Jim Jarmusch elkaar niet helemaal verdragen.

De acteerstijl van Bill Murray wordt wel aangezien voor een les in minimalisme, voor de kracht van het understatement, maar in wezen is het een vorm van overacting. Neem een shot in Broken Flowers waarin Murray tv kijkt. Hij kijkt strak voor zich uit. Let maar eens op: als je zelf tv kijkt, is dat heel moeilijk, want je gezicht heeft de neiging mee te deinen op de voorgeschotelde emoties, en niet te bevriezen in de stand ‘verwondering’ van een papegaai die je een sigaret aanbiedt. Murray bezigt een haast theatrale vorm van stilering.

Daarmee is hij een erg dwingende aanwezigheid. Zo dwingend, dat hij zo langzamerhand een eigen manier van filmen met zich mee lijkt te brengen. Het is dat Broken Flowers-regisseur Jim Jarmusch al eerder bewees van puur registrerende, geometrisch ingekaderde opnamen te houden, anders wisten we bijna zeker dat Murray louter met zijn aanwezigheid de cameraman dwingt tot een stil, symmetrisch recht-van-voren- (of -van-achteren-)shot.

Murrays stijl kan buitengewoon effectief zijn. Geestige situaties kan je er extra mee uit de verf laten komen, omdat het nu eenmaal komisch werkt wanneer bizarre situaties met Murrayaans stoïcisme worden ondergaan. Bovendien werkt Murray vaak als een vleesgeworden Kuleshov-effect, naar het beroemde experiment waarin de Russische filmer een shot van een vrij uitdrukkingsloze man doorsneed met een pan soep en een zielig meisje. De kijker werd daarmee gemanipuleerd tot de interpretatie dat de man eerst hongerig en vervolgens aangedaan keek.

Misdaadschrijver
In Broken Flowers werkt Murrays acteerwerk daarentegen maar af en toe. Jim Jarmusch, die het verhaal (man krijgt anonieme brief van ex waarin wordt beweerd dat hij een zoon heeft, en gaat op zoek) met Murray in zijn hoofd heeft geschreven, lijkt er niet helemaal uit te komen. En dat zou wel eens kunnen komen doordat de stijlen van Murray en Jarmusch elkaar niet helemaal verdragen.

Jarmusch houdt ook van het gortdroge, dat wel — denk aan het uitgestreken smoelwerk van ‘cool cat’ John Lurie in Stranger Than Paradise. Maar Jarmusch’ aandoenlijk onbeholpen personages hebben tegelijkertijd iets stuurloos — ze hebben zich ingegraven in vreemde beroepen, en hebben vaak een fanatieke en enigszins merkwaardige overtuiging van hoe het leven in elkaar zit. De aardig opdringerige buurman van Murray’s personage Don, extreem innemend gespeeld door Jeffrey Wright, is daar weer een mooi voorbeeld van: hij is als kleine misdaadschrijver geobsedeerd door het oplossen van mysteries, en regelt zonder daarnaar te zijn gevraagd Dons odyssee langs diens exen. En dan is er nog die heerlijke parade aan door het leven strompelende exen, vertolkt door een stel verrassende actrices — we vertellen er maar niet te veel over, want de lol zit deels in het aangename weerzien.

Kern is dat die personages het moeten hebben van het rommelige, het subtiele, het levensechte, en dat ze in wezen klein zijn. Murray daarentegen is door zijn stijl én door zijn nieuwbakken status als artfilm-held ‘larger than life’. Beide uitersten willen maar moeizaam tot elkaar komen in Broken Flowers.

En, heel misschien, heb je het zo langzamerhand ook wel een beetje gehad met dat ‘deadpan’ van Murray.