BREAKFAST ON PLUTO

Glamrock in de tiende versnelling

  • Datum 07-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films BREAKFAST ON PLUTO
  • Regie
    Neil Jordan
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Ierland/Engeland
  • Deel dit artikel

Het grillige oeuvre van de Ierse regisseur Neil Jordan heeft er met Breakfast on Pluto op z’n zachtst gezegd een curiosum bij gekregen. De muzikale roadmovie in travestie is een remix van drie succesnummers uit de jaren negentig.

Hoe zou het met Neil Jordan zijn? Sinds de Graham Greene-verfilming The end of the affair, de laatste film van de Ierse regisseur die in de Nederlandse bioscoop verscheen, zijn er alweer zeven jaar verstreken. In de tussentijd was er gelukkig wel The good thief (2002), een hedendaagse versie van Jean-Pierre Melville’s misdaadklassieker Bob, le flambeur (1955). Jordans heerlijke genrewerkje met Nick Nolte als drankzuchtig, gokkend wrak aan de zonovergoten Franse Rivièra was er — merkwaardig genoeg — alleen voor de oplettende dvd-speurders.
In afwachting van een nieuwe bioscoopfilm konden literatuurliefhebbers ook hun hart ophalen bij Jordans vierde, vuistdikke roman Shade (2004) die in het Nederlands werd vertaald als Schaduw en die de geest van een jong vermoorde vrouw opvoerde, speurend in het leven na de dood. Een boek met een mooi mysterie, gelardeerd met bovennatuurlijke verschijnselen en schitterende beschrijvingen van de Ierse natuur. Wie Jordan sinds zijn eerste, bekroonde verhalenbundel Night in Tunisia (1974) en zijn eerste speelfilm Angel (1982) een beetje heeft gevolgd, weet dat zijn zoektochten vaak langs mysterieuze, zo niet macabere paden voeren. Breakfast on Pluto vat een aantal preoccupaties van de Dubliner aardig samen.

Roodborstjes
Misschien maar gewoon beginnen bij de twee roodborstjes die over de daken van een Iers dorpje scheren, en kwebbelend neerstrijken op de stoep bij de dorpspastoor. Welkom in de jaren vijftig, en welkom in de fantastische wereld van Neil Jordan waarin we via twee kletsende vogeltjes en wat speelse digitale effecten worden geïntroduceerd. De toon voor een fabel is onmiddellijk gezet. Zeker als er op de stoep van de pastorie ook een mandje met een baby wordt afgeleverd, en we samen met die snel opgegroeide vondeling op reis gaan, van het Ierse platteland in de jaren vijftig naar het Londense glamrockmilieu van de jaren zeventig. Patrick die zich meer Patricia voelt, en zich ook zo gedraagt, gaat op zoek naar zijn moeder die in zijn verbeelding de mooiste moeder op aarde is. De 30-jarige Ierse acteur Cillian Murphy heeft niet veel nodig om een meisje te zijn. Een kleurig bontje, wat lipstick, een paar hoge hakken, en klaar is kees.
De link met de travestie-act in The crying game (1992) is snel gelegd. De herinnering aan de Ierse vrijheidsstrijder in Michael Collins (1996) komt tot leven via Liam Neeson die terugkeert als dorpspastoor. En zelfs de onaangepaste jeugd in een Iers dorpje doet even terugdenken aan Neil Jordans meesterwerk The butcher boy (1997), de pennenvrucht van de Ierse romanschrijver Patrick McCabe die ook voor Breakfast on Pluto tekende. Het zijn drie succesvolle films uit de jaren negentig die hier in brokken terugkeren, maar die helaas ook brokken blijven. De 36 (!) kleine hoofdstukjes waaruit het relaas wordt opgebouwd, worden speels ingezet, maar maken het eigenlijk nog brokkeliger. En als Jordan dan ook nog de jukebox met jaren zeventig-hitjes op hol laat slaan, is de nostalgie compleet, maar heeft de barokke anarchie ook het punt bereikt waarop overdaad schaadt. Jordan heeft zich duidelijk voorgenomen om zijn verhaal in de tiende versnelling te vertellen, pardoes, zonder omhaal. Het levert ergens halverwege de film een van de verbluffendste bomexplosies op die ik ooit heb gezien, want ja, het zijn de jaren zeventig en de IRA is actief. Het gaat bijna onopgemerkt, maar het gaat ongeveer zo: 1. Een volle disco in Londen. 2. Geen disco in Londen.
Afgezien van dit soort momenten (die bomexplosie is in de kern even fabelachtig als de duikvlucht van de roodborstjes) moet je een hoop geduld hebben in het gezelschap van Patrick/Patricia. Het karakter is — zoals alles in de film — in de overtreffende trap gekneed: simpel, naïef, onschuldig en met een gekmakend optimisme dat ook nog eens heel specifiek meisjesachtig moet zijn. Het is bijna een verademing als Stephen Rea opduikt als een van de wolven die Roodkapje op haar weg ontmoet. De Ierse acteur met de kenmerkende droeve blik die in bijna alle films van Neil Jordan was te zien, speelt een gladde illusionist in een smoezelig theatertje. Een prachtige geestverschijning.

Belinda van de Graaf