Mike White over Brad’s Status

Acute aanval van statusangst

In Brad’s Status speelt Ben Stiller een veertiger met idealen en een acute aanval van statusangst. Regisseur Mike White vertelde op het Filmfestival van Toronto het probleem van nabij te kennen: “Het is niet mijn coolste kant.” Maar het heeft voor hem ook sociale implicaties: “Zie je al voor je wat er gebeurt als zeven miljard mensen met hun privéjet de lucht in willen?”

Door Dana Linssen

Of je vraagt Ben Stiller voor deze rol. Of je vraagt, ehm, Ben Stiller voor deze rol. Scenarist en regisseur Mike White verontschuldigt zich bijna voor het feit dat hij een film met, nou ja, Ben Stiller heeft gemaakt. Vooral omdat het zo’n Ben Stillerige film is, over zo’n kindman met permanente midlifecrisis. Een teleurgestelde idealist, die tijdens een tripje met zijn getalenteerde zoon langs allerlei prestigieuze Amerikaanse Ivy League-universiteiten een acute aanval van statusangst krijgt. Zo erg dat zijn zoon denkt dat hij een zenuwinzinking heeft.
Statusangst is volgens popfilosoof Alain de Botton in zijn gelijknamige boek het gevolg van onze materialistische en comparatieve cultuur. Door het kapitalisme ontlenen we onze identiteit in toenemende mate aan wat we hebben, in vergelijking met anderen, en steeds minder aan wat we zijn, of kunnen, of willen, als onszelf.

Mike White

Sociale media hebben dat proces alleen maar verergerd en versneld, laat de film zien. Brad is voortdurend bezig zijn verworvenheden af te zetten tegen die van zijn jeugdvrienden. Je zou de film als een companion piece kunnen zien bij Stillers eigen The Secret Life of Walter Mitty (2013) of de twee films over vergelijkbare personages die hij met Noah Baumbach maakte: Greenberg (2010) en While We’re Young (2014). Vooral waar die laatste ook ingaat op de generatiekloof tussen veertigers en hun kinderen, de ME-llenials die opgroeiden in overvloed en tegelijkertijd moeten leren omgaan met het einde van de economische groei en het vooruitgangsgeloof.
Voor Mike White zit dat allemaal in zijn film, misschien wel de eerste echte die hij zelf regisseerde, en vooral: op zijn eigen voorwaarden. En inmiddels schreef hij mee aan zoveel films en tv-series (van het onweerstaanbare School of Rock tot recentelijk het zouteloze The Emoji Movie) dat Ben Stiller zomaar iemand was die hij ‘kende’ en het script kon sturen. “Hij liet me weten veel van zijn eigen leven van de afgelopen jaren in Brad te herkennen. Toen dacht ik: wow, als Ben Stiller, een van de meest succesvolle acteurs op de planeet, dat zegt dan heeft mijn film misschien toch wel iets te vertellen.”

Rotten Tomatoes-score
Er zit een hoop van hemzelf in de hoofdpersoon van Brad’s Status, geeft White meteen toe aan het groepje journalisten dat hij na de première van de midlifekomedie spreekt op het Filmfestival van Toronto. Niet alleen waren zijn ouders werkzaam in de non-profitsector (“Ze zijn allebei heel trots op wat ze doen, maar het was fijn geweest als ze iets meer hadden verdiend zodat ze fatsoenlijk met pensioen hadden kunnen gaan”), ook vond hij inspiratie in zijn eigen werkkring: “Hollywood geeft je het gevoel dat iedereen om je heen voortdurend de loterij wint. En soms denk je dan: mmh, maar hij is helemaal niet zo goed. En hij heeft net een deal gesloten voor tien films van vier miljard dollar. En dat geldt in het bijzonder voor acteurs. Bij elke film die uitkomt heeft een acteur een reden om te denken: daar hebben ze mij niet voor gevraagd. Je voelt je verslagen, nog voordat je in de boksring bent gestapt. Je krijgt voortdurend feedback op jezelf, ook als je nog niets gedaan hebt. En dat voortdurende vergelijken met anderen, die het beter hebben dan jij, die meer hebben dan jij, creëert mensen zoals Brad. Ik ben best tevreden met mijn carrière en dat ik betaald word om te schrijven wat ik wil. Mijn motivatie is uiteindelijk om iets te doen wat ik leuk vind. Maar ik heb ook momenten waarop ik mijn Rotten Tomatoes-scores check, of de box-office-resultaten, en jaloers ben op mensen die het beter doen, of die een betere zin hebben bedacht, althans dat denk ik dan en dan verwijt ik mezelf dat ik dat niet heb gedaan. Dat is niet mijn coolste kant.”

Extravaganza
Brad is meer een teleurgestelde idealist, die ziet dat idealisme het op een gegeven moment aflegt tegen de “kapitalistische ratrace en dat er geen andere parameters zijn voor succes in onze cultuur”, aldus White. Met zijn zachte lijzige stem is hij de nerdy versie van het personage dat hij heeft bedacht en hij maakt even grote gedachtesprongen: “Zelfs iemand als Trump heeft statusangst. Hij is godverdomme de president van de Verenigde Staten en hij ligt in bed enorm kinderachtig lichtgeraakt te doen en allemaal tweets de wereld in te slingeren waarin hij iedereen verwijten maakt. Hij heeft zo’n hongerig ego dat hij de buitenwereld nodig heeft om hem te bevestigen dat hij succesvol is.”
Hij vervolgt: “Het kapitalisme versterkt dit soort gevoelens: meer, meer, meer. Meer consumeren, meer produceren. Sociale media zijn het ultieme kapitalistische product. Het begon met reality-tv, waardoor mensen zich in real time met anderen konden gaan vergelijken. De lifestyle van de rijken was ooit iets bijna fictiefs, een verre onbereikbare wereld, als een sprookje. En als je geluk had kon je even van achter het gordijn hun leven in gluren. Nu zie je op elk scherm de extravaganza van rijkdom gepromoot, niet alleen als beeld van succes, maar ook alsof het in ethische zin een beter leven vertegenwoordigt. Dat werkt niet alleen op een persoonlijk niveau verlammend, maar ook maatschappelijk. En het is politiek en wereldwijd niet duurzaam. Zie je het voor je wat er gebeurt als zeven miljard mensen met hun privéjet de lucht in willen?”

Spiegel
White weigert om Brad’s Status een “grote film” te noemen — al is het dat in onze ogen natuurlijk wel, al is hij voor een mainstreamproductie verrassend subtiel: er is geen echte oplossing aan het einde, behalve een leven van doorploeteren; de catharsis ligt niet fleurig ingepakt in de derde akte te wachten. “Toen ik het verhaal schreef en aan mensen liet lezen was niets vanzelfsprekend. Je scharrelt geld en mensen bij elkaar. Beatriz at Dinner, de vorige film die ik schreef, gaat deels over dezelfde vragen, en is zo vaak afgewezen dat ik de tel kwijt ben. Je kunt zeggen dat de independent cinema je meer vrijheid geeft, maar ook meer vernedering.”
“Ik had iemand in de film nodig die Brad een spiegel voorhield: ‘Houd op met zeiken, je doet het prima.’ Maar ik wilde het niet moralistisch maken. Twijfel, existentiële onrust — ja, zelfs als statusangst een typisch probleem van witte mannen boven de veertig is, dan nog wil ik het serieus nemen: psychologische pijn is ook pijn. Ik weet niet of ik deze film vanuit het standpunt van een vrouw had kunnen schrijven. Mannen hebben iets heel pathetisch als het op lijden aankomt. Dus als studente Ananya aan wie Brad zijn hart uitstort in een vage hoop om weer jong en viriel te zijn, zegt: ‘Je kunt niet verwachten dat ik medelijden met je heb’, dan bedoel ik dat. Het is ingewikkeld. Zijn pijn is echt. Maar de oorzaak van zijn pijn is ingebeeld.”