BOWFINGER

Huichelachtig Hollywood

  • Datum 06-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films BOWFINGER
  • Regie
    Frank Oz
    Te zien vanaf
    01-01-1999
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Steve Martin en Eddy Murphy

In de onweerstaanbare komedie Bowfinger probeert een Ed Wood-achtige regisseur (Steve Martin) een arrogante filmster (Eddie Murphy) te strikken voor zijn derderangs horrorfilm. Alle remmen worden losgegooid, waarbij vooral Eddie Murphy eindelijk weer eens in topvorm is.

In vrijwel alles is de mislukte regisseur Bobby Bowfinger (Steve Martin) een replica van Edward D. Wood Jr., ‘de slechtste regisseur aller tijden’. Hij aanbidt — getuige de Touch of evil-poster in zijn kamer — Orson Welles, maar is zelf gespeend van elke vorm van talent. Hij heeft dat alleen nog niet door en is er derhalve van overtuigd de wereld ooit nog eens te verrijken met een onbetwist Meesterwerk.
Net als Wood denkt ook Bowfinger zijn eeuwige roem te kunnen forceren met een gekunsteld script over aliens die de aarde proberen te veroveren. Waar zijn collega echter nog het geld en fatsoen kon opbrengen om de vijandige wezens te doen verschijnen in bordkartonnen vliegende schotels, heeft Bowfinger een nog veel banaler — en kostenbesparender — project voor ogen: het dubieuze Chubby rain, waarin de buitenaardsen onze aarde zullen overspoelen in de vorm van regendruppels. Als succesgarantie hoopt Bowfinger de over het paard getilde actieheld Kit Ramsey (Eddie Murphy) te kunnen strikken, maar deze ziet uiteraard niets in de onzinnige plot en wijst de gesjeesde regisseur zonder enige scrupules de deur.

Paparazzi
Ed Wood liet zich door de dood van horroracteur Bela Lugosi tijdens de opnames van Plan 9 from outer space niet uit het veld slaan en huurde de totaal niet gelijkende chiropracticus van zijn vrouw in om Lugosi te vervangen. Bowfinger gaat evenwel nog een stap verder en ontwikkelt het ludieke plan Chubby rain te filmen met medewerking, maar zonder medeweten van Ramsey. "He doesn’t like to see the camera, and he never talks to his fellow actors", vertelt de regisseur zonder een spier te vertrekken aan zijn goedgelovige crew, terwijl ze de acteur als ware paparazzi vanuit de stekelige bosjes voor zijn villa trachten te filmen.
Dit idiote gegeven levert op zich al genoeg hilarische momenten op om de film tot een geslaagde komedie te kunnen bestempelen. De bijgelovige Ramsey draait volledig door wanneer hij plotseling op de gekste momenten wordt belaagd door Bowfingers B-acteurs die hem, hysterisch met de ogen rollend, de handen ten hemel geheven en overwoekerd met nepbloed en andere geleiachtige substanties, ervan proberen te overtuigen dat hij de enige is die de aarde kan behoeden voor een annexatie van vijandige marsmannetjes.
Ten einde raad laat de onfortuinlijke acteur zich opnemen in een gesloten — en dus voor de filmploeg niet toegankelijke — inrichting, wat een catastrofe betekent voor Bowfinger en zijn nu tot mislukken gedoemde plannetje. De creatieve regisseur is echter niet voor één gat te vangen en contracteert Jiff (Murphy met foute pruik, jaren-zeventigbril en roestige beugel), de tweelingbroer van Kit. De filmmaker overtuigt de in de schaduw van zijn familielid wegkwijnende stuntel ervan dat Chubby rain eindelijk zijn grote doorbraak zal betekenen, waarna Jiff letterlijk alles doet wat zijn opportunistische nieuwe werkgever van hem vraagt.

Poppenkast
Vanaf dat moment gooien Martin en Murphy alle remmen los. Het verhaal wordt met de seconde ongeloofwaardiger, en daardoor eigenlijk alleen maar leuker. Het eerste uur is het door Martin geschreven Bowfinger een amusante maar matige Living in oblivion-achtige satire over het huichelachtige wereldje dat Hollywood zich soms toont, maar vanaf het moment dat de oenige tweelingbroer ten tonele verschijnt, verwordt de film tot een slapstick-achtige poppenkast waarin vooral Murphy zich volledig uit kan leven.
De komiek lijkt voor zijn dubbelrol als Kit en Jiff meer zijn best te doen dan voor welke andere rol sinds Coming to America dan ook. Kon ik persoonlijk amper glimlachen om alle slaapverwekkende personages die hij na prins Akeem op het witte doek portretteerde, met de gebroeders Ramsey heeft hij eindelijk weer eens karakters gevonden waarbij zijn geijkte maniertjes wel uit de verf komen. Want laten we wel wezen: als Kit doet Murphy toch eigenlijk niets meer dan zichzelf (een verwende acteur) karikaturiseren en ook het neerzetten van de naïeve, schaapachtig lachende loser die Jiff is, moet voor de geboren komiek geen al te moeilijke opgave zijn geweest.
Veel grappen in Bowfinger zijn echter weinig inventief en nauwelijks deugdelijk uitgewerkt. Het wispelturige verhaal verdient geen schoonheidsprijs en de personages die de film bevolken zijn vrijwel zonder uitzondering domme, egocentrische wezens. Toch is de eerste samenwerking tussen twee van Hollywoods grootste grappenmakers een sympathieke, bijna lieve feelgood-movie geworden die je maar nauwelijks kritisch kan — of wil — becommentariëren. Net als het al even geslaagde Analyze this eerder dit jaar is ook het pretentieloze Bowfinger een beminnelijke, ambachtelijk vervaardigde film die zich weigert te conformeren aan de puberale-grappentrend die zouteloze producties als There’s something about Mary, The spy who shagged me of Big daddy tot zo’n succes heeft gemaakt. En dat is een geste die alleen maar toegejuicht kan worden.

Robbert Blokland