BLIND DATE (Theo van Gogh)

Liever dertig kleine dan zeven grote

Twee jaar na het succes van 06 is Theo van Gogh terug in de bioscoop met Blind date. Opnieuw draait alles om de relatie tussen een man en een vrouw en is er sprake van een kleine, maar fijne film, in eigen beheer geproduceerd. De regisseur/producent over de methode-Van Gogh, het Nederlands Fonds voor de Film en de noodzaak van een dictator.

Achtervolgingen en dergelijke dingen, daar weet ik gewoon niks van. Ik heb in Vals licht getracht dat te parodiëren, met die boeven die achter een tram aan hollen en die in een oude Volvo rondrijden. Dat was mijn ode aan de lulligheid, maar dat kwam niet over. Ik kan beter films maken over relaties, dat vind ik ook verreweg het interessantst." Het heeft even geduurd, maar bij zijn achtste film kan definitief worden geconstateerd dat Theo van Gogh zijn draai gevonden heeft. Blind date is net als 06 een relatiefilm, maar, zo stelt de maker "geen doelbewust vervolg, maar gewoon weer een mooi idee". Dat mooie idee kwam tot stand in nauw overleg tussen Van Gogh en de acteurs, Renée Fokker en Peer Mascini. Het driemanschap tooit zich voor de gelegenheid met het pseudoniem Valéry Boutade. Fokker en Mascini spelen een stel dat door de dood van hun dochtertje uit elkaar gedreven werd en dat via een aan contactadvertenties opgehangen rollenspel verwoede pogingen onderneemt het verlies te verwerken en de onherstelbare breuk te lijmen.
Inhoudelijk mogen de overeenkomsten tussen 06 en Blind date dan beperkt zijn, produktioneel gezien liggen ze voor het oprapen. O6 werd met een budget van tweeëneenhalve ton in vijf dagen gedraaid in een filmstudio, Blind date werd volgens Van Gogh door dezelfde ploeg voor fl 340.000 in acht dagen opgenomen in de casinozaal van het Amsterdamse Hilton hotel, "waar ik overigens gewoon huur voor betaald heb". Het ‘ik’ moet hier opnieuw letterlijk worden genomen, want Van Gogh betaalde Blind date net als 06 uit eigen portemonnee, via een hypotheek op zijn huis en een bankkrediet. Het is een risico, maar een weloverwogen risico. Van Gogh verdient namelijk naar eigen zeggen veel geld met zijn werkzaamheden voor tv. De serie Een Prettig Gesprek is inmiddels voorgoed afgesloten, maar op de nieuwe zender Sport 7 is de rokende interviewer alweer terug met Time Out, waarin hij sportmensen aan de tand voelt en ze meteen aan een nicotine-verslaving probeert te helpen.
Sinds 06 is Van Gogh ook een paar keer als regisseur op de televisie actief geweest, met onder meer de droogkomische serie De eenzame oorlog van Koos Tak, "nu genomineerd voor de Nederlandse Emmy Award". Tijdens het Nederlands Film Festival, "dat mallotige festival", gaat er ook nog een nieuw ‘docudrama’ met Parool-columnist Theodor Holman en diens moeder in première: Waarom ik mijn moeder vermoordde. Het tv-werk is hem goed bevallen: "Koos Tak was heel zwaar om te draaien, omdat er geen geld was, maar ik vond het leuk om te doen. Een mooie serie maken voor televisie kan net zo bevredigend zijn als een bioscoopfilm. En die korte single plays draai ik net zo graag, hoe meer hoe beter. Ik voel me artistiek helemaal niet beperkt door de lengte. Natuurlijk leent niet elk verhaal zich voor een uitwerking in vijftig minuten, maar er is in principe niks mis met tv. Er zou alleen veel meer geld van tv naar film moeten, zoals in Duitsland en Engeland gebeurt."

Vanwaar de beslissing om Blind date zelf te produceren? "Ik was na 06 al weer vijf keer afgewezen door het Fonds met andere projecten, dus ik zag geen enkele aanleiding om te denken dat ze Blind date wél zouden steunen. Ik heb geen aanvraag ingediend en dacht: ik doe het zelf wel. Toen de film bijna klaar was heb ik produktiemaatschappij Bergen gevraagd om voor mij een afwerkingssubsidie bij het Fonds aan te vragen, en dat geld hebben ze gekregen."

Heeft de traditionele produktiemethode afgedaan? "Hij zou in Nederland afgedaan moeten hebben, maar dat is niet zo. De meeste films worden voor rond de twee miljoen gulden gemaakt. Daar zit wel eens een aardige film bij, maar meestal wordt het een soort quasi-professioneel nep Hollywoodje. Het hele systeem zou op de helling moeten: iedereen die zelf met twee ton aankomt zou drie ton subsidie moeten krijgen. Er zijn altijd wel een paar gekken die een gok wagen, dus krijg je pakweg dertig films per jaar. Het merendeel zal misschien verschrikkelijk zijn, maar dan nog hou je meer goede films over dan met het huidige systeem. Daarin heb je zo’n figuur als Rob Houwer, ik herinner mij nog de film De gulle minaar, die heeft nu De zeemeerman geproduceerd. Ik heb daar een uurtje van gezien. Het verhaaltje is van een ranzigheid die buitengewoon treurig stemt. Ik zie niet in waarom ik in discussie zou moeten met iemand die zoiets maakt. Gesubsidieerde films zijn ook vaak van die middle of the road-produkten, het is altijd meer van hetzelfde. Er wordt een soort quasi-professionaliteit aangehangen. Zo moeten Houwer en Matthijs van Heijningen altijd vijftien procent ‘producers fee’ hebben, wat is daar het nut van? Dat hele verhaal over een professionele industrie in Nederland is onzin, die bestaat gewoon niet. Het is hier geen Hollywood, daar werkt men met veel grotere budgetten. Dat kan hier niet, dus moet je het juist in de low budget-sfeer zoeken."

De producenten stelden onlangs in een rapport dat er meer marktgericht gewerkt moet worden: als we meer films als Filmpje! en Flodder 3 maken komt die professionele industrie er vanzelf wel. "Die films zijn toch helemaal niet interessant. Bovendien moet je je als subsidiegever afvragen of je het ondernemersrisico voor een commerciële film wilt dragen, of mede wilt dragen. Ik vind het fantastisch als er in Nederland films gemaakt worden waar heel veel mensen naar toe gaan, maar er is een heel grijs circuit van kleinere films die bijna geen publiek trekken. Het is beter om die zo goedkoop mogelijk te maken, in plaats van daar ook twee, drie miljoen in te steken. Ook grote produkties zijn nog steeds peanuts vergeleken bij Hollywood. Het heeft geen zin om te proberen daarmee te concurreren. Je moet mensen juist persoonlijke films laten maken. Een laag budget levert natuurlijk niet per definitie een goede film op, het hangt van de maker af. Je moet heel erg goed weten wat je wilt. Dat hoeft niet altijd veel tijd te kosten, als je je maar zodanig voorbereid dat je op de set precies weet wat je wilt. Bij Blind date is dat allemaal heel erg snel gegaan, we schreven het script en namen het op. Maar begrijp me goed, ik heb niks tegen producenten, ik vind alleen dat het Fonds het geld efficiënter zou kunnen besteden. Geef mij die dertig kleine films maar, in plaats van die zeven films die niemand wil zien."

De producenten zeggen daarop dat de industrie er niet beter van kan worden, omdat je met lage budgetten je medewerkers niet fatsoenlijk kan uitbetalen. "Dat is gelul. Ik heb iedereen een compleet salaris betaald voor die acht dagen dat er gewerkt werd. Dat argument is totale onzin."

Zelfs een mooie kleine film als 06 lokt slechts 32.000 mensen naar de bioscoop, notabene het record van 1994. Is dat genoeg? "Dat moeten er altijd meer worden natuurlijk, al was 06 in ieder geval een kostendekkende onderneming. Maar het is vooral pijnlijk dat men in datzelfde jaar voor achttien miljoen gulden aan gesubsidieerde films maakt, die niet in staat zijn een film van tweeëneenhalve ton te overtreffen. Ik zou me als subsidiegever dan toch afvragen of ik misschien iets verkeerd doe. Als je echt toeschouwers wilt, wees dan consequent en stop die achttien miljoen in twee films: Flodder 3 en Filmpje!, ben je meteen klaar. De versnippering die nu plaats vindt leidt tot niets. Als je Advocaat van de hanen negen ton geeft weet je van te voren dat het gebruikt wordt om de slotgracht van Kasteel Bolenstein uit te baggeren. Als ik met een laag budget een bioscoopfilm als 06 of Blind date draai doe ik dat op 35mm-film en werk ik het geluid op Dolby af, zodat de dialogen goed te volgen zijn. Het is een beetje raar dat Advocaat van de hanen met een budget van 2,8 miljoen niet op Dolby is afgewerkt. Ik zou als Fonds zeggen: ‘Hoe zit dat, wij zouden graag een verstaanbare film in de bioscoop willen zien.’ Als Nederlandse films onverstaanbaar zijn dan moet je daar wat aan doen, nietwaar. Waarom kan ik dat wel en Matthijs van Heijningen niet? Ik mag Matthijs best, maar raar is het wel."

Als de commissie die het geld verdeelt in de huidige vorm niet functioneert, wie zou de geldstroom dan moeten sturen? "Je zou iemand voor twee jaar moeten aanstellen, een dictator. Als je ruzie hebt met de dictator kom je maximaal twee jaar niet in aanmerking. Het voordeel is dat je iemand hebt die in een bepaalde richting werkt. Daar kun je het niet mee eens zijn, maar die terreur is na twee jaar weer afgelopen. In die twee jaar krijg je in ieder geval een eenduidig beleid. Nu zit je met een commissie van hotemetoten die uitmaakt wat wel en wat niet gemaakt mag worden, dat hangt van vriendjespolitiek aan elkaar. Dat is heel menselijk, dus het is onzin om daar heel fel over te gaan doen, maar het is toch raar dat ik na 06 zo vaak ben afgewezen? De pijnbank van Justus van Oel, een script van Rogier Proper en Martin Bril, enfin, een hele reeks projecten is afgewezen. Zo gaat dat, ik heb een grote bek. Ik denk dat ik die films op eigen kosten ga maken, als Blind date tenminste een beetje loopt."

Er komen geen aandelen Van Gogh, in navolging van ZUSJE? "Zoiets kan natuurlijk, maar ik hou het toch liever in eigen hand. Het bedrijfsleven is welkom als ze willen, maar de belastingwet moet worden gewijzigd. In België wordt veel geïnvesteerd in film omdat het verlies dat je lijdt er compensabel is, je kunt het geheel aftrekken van je belastbaar inkomen. Per 1 januari gaan we ook enigszins die kant op, maar het gaat daarbij om een maximum van vijfduizend gulden geloof ik, dat zou veel meer moeten zijn. Nu moet je vijftig aandeelhouders van vijfduizend gulden vinden. Dat is zo’n gekloot, dat schiet niet op. Het is makkelijker als je één persoon hebt die gewoon dat geld wil fourneren. Als ik drie ton nodig heb en ik kan het betrekkelijk eenvoudig versieren, dan kan ik gewoon gaan draaien. En dat is de weg waar we naartoe moeten."

Bart van der Put