BLACK GOLD (Marc & Nick Francis)

De vermalen koffieboon

  • Datum 06-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Black Gold [Marc & Nick Francis]
  • Regie
    Marc & Nick Francis
    Te zien vanaf
    01-01-2006
    Land
    Engeland/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Waarom zijn de koffieboeren in Ethiopië nog steeds arm, terwijl we ons overal ter wereld ongans drinken aan koffie? Na het zien van black gold zult u het nooit meer vergeten.

"Weet je wat ze in het Westen voor een kop koffie betalen", vraagt vakbondsleider Tadesse Meskela tijdens een gesprek met wat leden, een selectie van de 74.000 Ethiopische koffieboeren die hij vertegenwoordigt. "Bijna 3 dollar. En wat krijg jij? Twee birr." Birr is de Ethiopische munteenheid en twee Birr komt neer op 0,23 dollar. "Onze koffie is ons goud, maar het levert ons geen cent op", vertelt een van de boeren daarna nog maar eens ten overvloede.
black gold is een documentaire over zo’n groteske misstand, dat je de makers dergelijke doublures graag vergeeft. Die misstand is de volgende: de arme landen gaan bij de wereldhandel kopje onder. Zeker sinds het instorten van de koffiemarkt in 1989, want sindsdien krijgen de Afrikaanse koffieboeren minder dan ooit in de afgelopen dertig jaar betaald voor hun bonen. Aan die mistand ligt een complexe serie van factoren ten grondslag die makers Marc en Nick Francis handig weten te verwerken in hun film. Ze bouwden die namelijk rond de net genoemde en best charismatische Meskela heen. Zo reist deze naar het Westen om betere prijzen voor zijn boeren te onderhandelen met koffiebranders en inkopers die wel aan fair trade doen. En zien we hem daarna in een Londense supermarkt zoeken naar producten met Ethiopische koffie. Dan zijn de emoties zo van zijn gezicht af te lepelen: een mengsel van wanhoop en teleurstelling wanneer hij nergens iets kan vinden en iets van opluchting wanneer hij uiteindelijk toch een merk met koffie uit zijn land vindt.

Honing
Wat black gold weer niet is, is een Michael Moore-achtige confrontatiedocumentaire, ook al omdat de vijf grootste koffiebonen inkopende voedingsbedrijven niet geïnterviewd wilde worden. Aan de vertegenwoordiger van het luxe Italiaanse koffiemerk Illy wordt dus niet gevraagd waarom hij zo weinig betaalt voor zijn bonen, wel mag de man opnoemen welke geuren je allemaal tegemoet komen wanneer je aan Illy-bonen ruikt, te weten: chocola, bloemen, fruit, honing en geroosterd brood. Ook de verkoopleider van de Starbucks-winkel in Seattle (de allereerste Starbucks ooit) mag een glorieus praatje over haar werkgever houden zonder lastige interrupties.
Maar dan: we schakelen over naar Sidane, de streek in Ethiopië waar Starbucks zijn Ethiopische koffie koopt en waar net een hongersnood heerst. Een paar minuten later worden een mager uitziend jongetje en zijn moeder weggestuurd bij het therapeutische voedingscentrum — nou ja, een tentenkamp — in Sidane, omdat het kind niet genoeg ondervoed is. Of we zien Ethiopiërs bidden voor een betere koffieprijs en vrouwen koffiebonen selecteren waarbij Meskela vertelt dat ze een halve dollar verdienen voor acht uur werk. En dat weer afgewisseld met beelden van een Amerikaanse koffiezetwedstrijd of aan iced cappuccino lurkende New Yorkers. U begrijpt, die gebroeders Francis weten hun boodschap fijn te verpakken. Maar probeer nu nog maar eens ergens ter wereld een Starbucks binnen te gaan zonder schuldgevoel.

Ivar Snoep