Being Flynn

Paul Dano moet je wel aardig vinden

  • Datum 30-08-2012
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Being Flynn
  • Regie
    Paul Weitz
    Te zien vanaf
    01-01-2012
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Twee keer Paul Dano! En twee keer als schrijver! En wat schattig dat z’n vriendinnetje een film voor hem schreef. En voor zichzelf. Maar Paul mocht ook meedoen.

Sommige acteurs hoeven alleen maar een wenkbrauw te fronsen of een lip op te krullen om alle aandacht naar zich toe te trekken. Zulke acteurs — laten we ze Daniel Day-Lewis noemen, of Brian Cox, of Robert De Niro — zijn net natuurverschijnselen.
Zo’n acteur is Paul Dano niet. De in 1984 geboren New Yorker doet meer denken aan een spiegelend bergmeertje. Zo’n koel meertje met diepe gronden, dat de natuurverschijnselen om zich heen reflecteert. Als je naar zo’n meertje kijkt zie je aanvankelijk alleen wolken, bomen en bergen. Het weerspiegelt overtrekkende stormen, strakke blauwe hemels en naderend onweer. Pas bij nadere beschouwing springt het meertje zelf in het oog. Maar dan laat het ook een onuitwisbare indruk achter.

In There Will Be Blood liet Dano een fraai staaltje spiegelend acteren zien. Als de fundamentalistisch prediker Eli Sunday komt hij lijnrecht tegenover Daniel Day-Lewis te staan, die in zijn vertolking van de flamboyante oliebaron Daniel Plainview iedere centimeter van het scherm opeist. In de confrontaties tussen de theatrale kapitalist en de rechtlijnige christen springen vooral de materialistische obsessies van de oliebaron in het oog. Pas in de bloederige finale toont Sunday dat zijn spirituele obsessie minstens zo diep geworteld is. Alle aanvallen en vernederingen die de priester eerder in de film zo stoïcijns incasseerde, blijken te zijn opgeslagen. Dano slingert de door Day-Lewis geïnvesteerde energie met dubbele kracht terug in diens gezicht. Het effect is verpletterend.

Dano’s vermogen om op te gaan in de achtergrond wordt mooi gebruikt in Being Flynn, een verfilming van Nick Flynns autobiografische roman Another bullshit night in Suck City. Lang laat de film in het midden over welke Flynn hij werkelijk gaat: de door Paul Dano vertolkte Nicholas of diens door Robert De Niro gespeelde vader Jonathan Flynn. Van regisseur en scenarist Paul Weitz mogen beide acteurs hun eigen perspectief onderstrepen met een voice-over. Aanvankelijk trekt De Niro de aandacht naar zich toe als een kleurrijke ex-bajesklant. Deze Flynn ziet zichzelf als één van de drie Grote Amerikaanse schrijvers. De andere twee zijn Mark Twain en J.D. Salinger. Alleen heeft Flynn nog minder gepubliceerd dan Salinger: helemaal niks.
De Niro is hier, na jaren van geschmier, weer eens echt aan het acteren. Door hem op te voeren als een binnenvettende taxichauffeur met gewelddadige driftaanvallen maakt de film een moddervette knipoog naar De Niro’s iconische optreden in Taxi Driver. En ook al kan de 69-jarige veteraan de maniakale intensiteit van destijds niet meer opbrengen: hij doet zichtbaar zijn best om er wat van te maken.

Tegenover de excentrieke zelfdestructie van Flynn senior staat het richtingloos kabbelende leven van junior. Nick Flynn is een zoekende wannabe-schrijver, die als vrijwilliger bij een daklozenopvang in Boston belandt. Even later staat zijn vader daar minder vrijwillig op de stoep. We hebben dan al gezien dat de man door een fatale combinatie van drift, alchol en grootheidswaan zijn huis, zijn taxi en al zijn vrienden is kwijtgeraakt. Helaas wordt dit aardige begin gevolgd daar een taai middenstuk, waarin de neergang van de vader gespiegeld wordt in de cocaïneverslaving van de zoon. Regisseur Paul Weitz maakt zich hier schuldig aan vrijblijvend zelfkant-toerisme. Maar goed. Het samenspel van Dano en De Niro maakt veel goed, met als hoogtepunt een mooi getimede dialoog waarin Flynn senior de zelfmoord van zijn ex en Nicks moeder (Julianne Moore) probeert te verklaren.

Waar De Niro zich in Being Flynn de gelijke waant van J.D. Salinger, daar is Dano’s personage Calvin Weir-Fields in de romantische komedie Ruby Sparks overduidelijk geënt op de legendarische schrijver van The Catcher in the Rye. Als 19-jarige schreef Calvin een meesterwerk. Tien jaar later leeft hij teruggetrokken en kampt hij met een writer’s block. Op mysterieuze wijze komt de door hem verzonnen droomvrouw Ruby Sparks tot leven, waarna hij de strijd kan aangaan met zijn demonen.
De film is geregisseerd door de makers van Little Miss Sunshine, waarin Dano eerder mocht schitteren als een stuurse puber die zijn frustraties over zijn disfunctionerende familie afreageerde met een weigering om nog langer te praten. Ditmaal vindt het regisseursduo Jonathan Dayton en Valerie Faris niet helemaal de juiste balans tussen het komische en het serieuze. Jammer, want het script van titelrolvertolkster Zoe Kazan is niet zonder charme. Kazan, kleindochter van de grote Hollywoodregisseur Elia Kazan, en in het dagelijks leven de partner van Paul Dano, biedt in haar sprankelende vertolking van Calvins droomvrouw een mooi tegenwicht aan Dano’s terughoudende acteerstijl. Het is alsof Kazan ditmaal eens een spiegel wilde ophouden voor Dano. In die spiegel zien we niet alleen een groot talent, maar vooral ook een zachte jongeman die je onmogelijk onaardig kunt vinden.

Fritz de Jong