Batalla en el cielo

Zinloze gruwel

Plechtige porno en een karrenvracht symboliek: Batalla en el cielo is geen makkelijk na te fluiten popliedje over een verdrietig onderwerp.

Een echtpaar van zeer eenvoudige komaf ontvoert een pasgeboren kind, dat door nalatigheid sterft voordat het losgeld betaald is. De man begint een lang proces van boetedoening dat steeds rituelere vormen aanneemt, terwijl de wereld om hem heen eigenlijk te verdorven is om van een simpele ziel als hij berouw te kunnen verlangen.

Aldus de plot van het puur associatief getitelde Batalla en el cielo, Carlos Reygadas’ tweede film na het evenzeer bejubelde als neergesabelde Japón (2002). En waarschijnlijk zijn er nog veel andere, redelijk van elkaar verschillende samenvattingen mogelijk — telkens eerder interpretaties dan beschrijvingen. Simpele Mexicaan ontvoert een baby die kort hierop sterft, waarop hij vergeefs troost zoekt bij een jonge prostituee met dreads en een engelenziel. Of: een wat dommige Mexicaan heeft een goede baan als bewaker van de nationale vlag maar verdient blijkbaar niet genoeg: met de ontvoering van een pasgeboren kind hopen hij en zijn vrouw een flinke som losgeld op te kunnen strijken, tot de baby door nalatigheid sterft. Vol besef van zijn zonden verliest de man zich in typisch Latijns-Amerikaanse godsdienstwaanzin. Tussendoor wordt er expliciet geneukt en gepijpt en valt er nog een slachtoffer. Uitbarsting van geweld. Opgegorgeld bloed. Zinloze gruwel. Nog meer doodzonden die vergeven moeten worden — maar door wie?

Toevalsmuziek
Grappig hoe je een film als Batalla en el cielo overzichtelijk kunt houden door hem te omschrijven. Door te doen alsof hij een duidelijk verhaal heeft, terwijl je alleen van A via B naar C komt als je bereid bent zelf de lijnen te trekken. Geen interview en persmap of Reygadas vertelt dat hij een grondige hekel heeft aan verhaaltjes vertellen, dat hij zichzelf liever ziet als een componist en zijn films als muziekstukken. In dat geval is Batalla en el cielo geen keurig afgerond werk in sonatevorm, en ook geen makkelijk na te fluiten popliedje over een verdrietig onderwerp. Toevalsmuziek, dat wel, met een camera die voortdurend de aandacht voor de hoofdpersonages verliest en afdwaalt naar zomaar een passant, zomaar een uitzicht, zomaar een plek, gezicht of incident. Indrukken die in een beschrijving van de plot logischerwijs onbenoemd blijven, en toch het wezen van de film vormen.

In Japón keek Reygadas ook herhaaldelijk de andere kant op, en dan 360 graden graden in het rond, zodat hij toch telkens weer bij het hoofdpersonage uitkwam. Batalla en el cielo loopt eerder langs kronkelpaadjes dan cirkels en keert soms pas scènes later bij die wat dommige Mexicaan en zijn binnensmondse schuldgevoelens terug. Eigenlijk ook niet zo vreemd. De menigte in de voetgangerstunnel, dat rimpelige mannetje in die rolstoel, die rijkelui die over hun koffers pissen voordat de bedienden ze uit de auto tillen, die ongewoon luid druppende kraan, die bolide waar onmogelijk veel mensen uitstappen — hé, dat omaatje is toch die vrouw uit Japón. Dit kan geen toeval zijn — het is allemaal gewoonweg veel interessanter dan die wat dommige Mexicaan. En diens binnensmondse schuldgevoelens. En dat engelenhoertje, die troostende pijpbeurt in close-up, badend in wit licht en etherische muziek alsof het een heilige ceremonie is.

Verdwalen
Reygadas wil net als zijn grote voorbeeld Andrei Tarkovski geen verhaaltjes vertellen. Hij vindt het net als Robert Bresson belangrijker dat de acteurs zichzelf zijn dan dat ze proberen zo levensecht mogelijk te acteren (gaat u vooral niet denken dat die onbeholpen houding en houterig uitgesproken dialogen te wijten zijn aan een slechte regie). Waarom dan toch zoiets als een plot, hoe vaag ook, en waarom dan toch personages, hoe schetsmatig ze ook zijn? Had die baby liever achterwege gelaten, net als die plechtige porno. Durf zo’n film nou toch eens werkelijk hopeloos te laten verdwalen. Zodat hij echt niet meer naverteld kon worden.

Hoe meer Reygadas zich aan zijn vaandelbewaker vastbijt, hoe overzichtelijker de film wordt en hoe meer hoofdrolspeler Marcos Hernández door de knieën moet voor een karrenvracht symboliek. Letterlijk zelfs, zielig zelfkastijdend kruipend naar een bedevaartsoord. Tegen de tijd dat Marcos de kerk bereikt heeft Batalla en el cielo alle charme verloren: van een dromerig muziekstuk gemuteerd tot een saaie kunstfilm zonder onderbuikgevoel.