Baarìa

En toen en toen en toen

  • Datum 30-09-2010
  • Auteur Joost Broeren
  • Gerelateerde Films Baarìa
  • Regie
    Guiseppe Tornatore
    Te zien vanaf
    06-05-2010
    Land
    Italië
  • Deel dit artikel

Giuseppe Tornatore vertelt in Baarìa zijn familiegeschiedenis en daarmee de geschiedenis van zijn Siciliaanse geboortedorpje Bagheria. In sneltreinvaart schieten de levens van drie generaties voorbij.

Zoals Giuseppe Tornatore’s Baarìa wordt het niet veel meer gemaakt: groots opgezet Europees drama met een schijnbaar eindeloos budget. Zo’n historische vertelling die meerdere generaties beslaat. Zo’n film waarvoor complete steden uit de grond gestampt worden — in dit geval werd het Siciliaanse stadje Bagheria (in lokale tong Baarìa) in Tunesië herschapen. Zo’n film waarvoor duizenden figuranten worden aangekleed in historisch verantwoorde kloffies om in megalomane kraanshots over pleinen te mogen dralen of religieuze marsen dan wel protestmarsen te houden.

De draai die er hier aan wordt gegeven is dat de epische instrumenten in dit geval worden ingezet om het verhaal van een gewone familie te vertellen, en niet dat van een significant staatsman of veldheer. We krijgen het leven voorgeschoteld van Peppino Terrenuova (Francesco Scianna), telg uit een lokale boerenfamilie die in de loop van zijn leven trouwt met zijn grote liefde Mannina (Margareth Madè), een meisje van hogere stand, en binnen de communistische partij actief werkt aan een politieke carrière maar daarin weinig bereikt. De stad uit de titel verlaten we geen moment. Zelfs als Peppe met zijn communistische partijgenoten naar Rusland trekt, of wanneer hij later in Frankrijk aan het werk gaat, blijft de film achter bij het gezin dat hij achterlaat op Sicilië. De stad waar Tornatore (nog altijd vooral bekend om Cinema Paradiso uit 1988) zelf ook werd geboren; de achternaam mag een tikje verandert zijn, maar in feite vertelt hij zijn eigen familiegeschiedenis.

Spreekbeurt
Dat gaat allemaal in sneltreinvaart. Gebeurtenissen buitelen over elkaar heen, zonder noodzakelijk verband, zonder context of gevoel van soortelijk belang, zonder overkoepelend narratief buiten de chronologie. Dat kan Tornatore’s punt geweest zijn — in een mensenleven volgen dingen elkaar immers ook gewoon op. Maar daarmee wordt het niet minder vermoeiend om naar te kijken. De film voelt als zo’n peperdure, tot in de puntjes vormgegeven HBO-serie van twaalf afleveringen zoals Rome of Deadwood, die met harde hand is teruggebracht tot een film van tweeëneenhalf uur. Niet door daarin onderdelen te selecteren die een kleiner verhaal zouden kunnen vertellen, maar door van alle scènes de essentiële stukjes te behouden en die achter elkaar te plakken.

Of misschien is een andere vergelijking toepasselijker: die met de kleinzoon die in een spreekbeurt voor de basisschool zijn familiegeschiedenis vertelt. Van de hak op de tak springt hij van trouwerij naar geboorte naar carrièrewending: en toen en toen en toen en toen. En dan zal het geen toeval zijn dat pas in het laatste halfuur van Baarìa enige rust gevonden kan worden. Wanneer we bij de periode aanbelanden die Tornatore zelf het meest bewust heeft meegemaakt, en het verhaal dus over hemzelf gaat. Pas dan kan hij selectief met zijn eigen herinneringen omgaan, in plaats van álle verhalen die hem zijn overgeleverd te willen vertellen, en er daardoor geen een echt recht te doen.