AUTO FOCUS

Glimlachend de afgrond in

  • Datum 08-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Auto Focus
  • Regie
    Paul Schrader
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Acteur Bob Crane liet niet alleen zo’n 180 afleveringen van de populaire televisieserie Hogan’s heroes na, maar ook een veelvoud aan ranzige home video’s waarop hij zijn talloze seksuele escapades met groupies en prostituees vastlegde. Paul Schrader verfilmde zijn levensverhaal.

Bob Crane kon niet meer stuk. "Je bent zo’n aardige vent, Bob, iedereen houdt van je", kreeg hij vaak te horen. Bob Crane kon ook glimlachen als de beste. Totdat hij werd vermoord met een statief.
Radiopresentator Bob Crane, keurig getrouwd met zijn eerste liefde, altijd goed gekapt en altijd in voor een vriendelijk gesprek, wordt halverwege de jaren zestig gevraagd voor de hoofdrol in Hogan’s heroes, een tv-comedy over een krijgsgevangenenkamp onder de nazi’s. Hij twijfelt nog even of je daar wel een komedie over kunt maken ("Wat wordt de slogan, ‘if you liked World War II, you’ll love Hogan’s heroes’?") maar als hij heeft toegezegd, lonkt de roem. Op de set ontmoet hij ene John Carpenter (Willem Dafoe), een amicale handelaar in het nieuwste snufje van die tijd: de videorecorder. Al snel ontdekken ze de vele voordelen van het thuisfilmen: de camera is licht en het monteren is makkelijk, eigenschappen die van pas blijken te komen als er weer een paar naakte vrouwen over de vloer komen die gewillig voor de camera poseren.
Bob Crane zei altijd: "A day without sex is a wasted day." Maar ook: "Don’t make waves." Bob blijft altijd in de plooi, ook als zijn vrouw hem verlaat en hij steeds verder wegzinkt in trieste orgies. Zolang je blijft glimlachen is er niets aan de hand.

Mephisto
Regisseur Paul Schrader kan als geen ander minutieus de afgrond beschrijven, van kleine barsten tot diepe kloven, of het nou in zijn scenario’s is (Taxi driver, Bringing out the dead) of in zijn eigen films (Hardcore, Affliction). Auto focus is net zo aangeharkt vormgegeven als de schijnwereld van Bob Crane. Ook de vele seksscènes zijn klinisch en afstandelijk, alsof Bobs leven één grote ingestudeerde scène uit Hogan’s heroes is. Schrader laat hem die façade lang ophouden, totdat de camera steeds meer gaat bewegen en zo kans ziet om zijn steeds grauwer worden wallen te filmen. Niks geen ‘likeable man’ meer, maar een acteur die al op zijn retour is voordat hij zijn eindbestemming heeft gehaald. Afgezien van een rolletje als familieman in de Disneyfilm Superdad heeft Crane weinig meer gepresteerd, of het moet zijn imposante fotocollectie van vrouwelijke borsten zijn.
Crane wordt olijk gespeeld door Greg Kinnear (Nurse Betty, The gift), waardoor hij hem redelijk op afstand van de kijker houdt. Crane is in Paul Schraders versie een leeghoofd, en Willem Dafoe een soort vreemd-vriendelijke Mephisto die gretig in dat gapende gat duikt. Hun symbiotische relatie is interessanter dan hun obsessie, want het is dat Crane een sterretje was want anders schuilt er eigenlijk weinig opzienbarends in hun escapades. Het is nog geeneens hun wederzijdse afhankelijkheid en onbeantwoorde verlangens die hun beider levens een trieste omlijsting geeft, maar meer hun totale gebrek aan reflectie.

Mariska Graveland