ANY GIVEN SUNDAY

Het slagveld van het American football

  • Datum 08-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Any Given Sunday
  • Regie
    Oliver Stone
    Te zien vanaf
    01-01-1999
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Wat is het met Oliver Stone aan de hand? De 53-jarige regisseur begon aan een onthullend exposé over malversaties in de wereld van het American football, bedacht zich en kwam met een enerverende maar clichématige sportfilm op de proppen.

Het lijkt erop dat Stone het vechten tegen de bierkaai beu is. Sinds JFK (1991) heeft het hem een decennium lang niet meegezeten. Na matige films als The Doors (1991) en Heaven and earth (1993) was Natural born killers (1994) zelfs voor zijn doen tamelijk gewaagd. De naweeën in de vorm van een nog altijd lopende rechtszaak, waarin Stone persoonlijk verantwoordelijk wordt gesteld voor een schijnbaar door de film geïnspireerde schietpartij, moeten ergens hun tol hebben geëist. Vervolgens flopte het meesterlijke Nixon (1995), een film over een president met de allure van een koningsdrama en een van zijn meest doorwrochte werkstukken, waardoor Stone zijn status als radicale maar toch goed te financieren filmmaker kwijtraakt.
Met de grote budgetten tijdelijk buiten zijn bereik maakte de regisseur het kleinschaliger U-Turn (1997), waarin hij zijn unieke, hyperkinetische filmstijl losliet op de conventies van de film-noir. Als dank voor de moeite werd hij bij de jaarlijkse Golden Raspberries genomineerd als slechtste regisseur. Het is genoeg om moedeloos van te worden en er komt een moment dat ook een vechtjas als Oliver Stone denkt: ‘Oké. Wat ik wil, is geld, respect en volle zalen. Maakt niet uit hoe.’ Het kan dan ook bijna geen toeval zijn dat de twee projecten waar Stone (na het in Amerika redelijk succesvolle Any given Sunday) momenteel mee geassocieerd wordt typische mainstream films zijn. Het gaat om het al diverse malen uitgestelde Superman lives (met Nicolas Cage in de hoofdrol) en een nieuwe, derde remake van A star is born (met Will Smith).
Of deze films er komen of niet, doet er niet eens zoveel toe. Het feit dat Stone’s naam ermee in verband wordt gebracht is voldoende om vraagtekens te zetten bij zijn artistieke ambities. Waar blijft zijn film over Martin Luther King? Of zijn Media Project, waarin hij de opdeling van de gehele mediawereld in een paar conglomeraten onder de loep zou nemen? Een onderwerp dat op dit moment actueler is dan ooit. Maar als zijn visie op deze zaken net zo voorspelbaar is als zijn blik op de sportwereld is het misschien beter dat hij er niet aan begint.

Testosteron
In Any given Sunday snijdt Stone bekende maar daarom nog niet onbelangrijke tegenstellingen aan als commercie tegenover eergevoel, egoïsme versus loyaliteit en jeugdige (over)moed tegenover jarenlange ervaring. Het hoeft geen verbazing te wekken dat zijn sympathie uitgaat naar de eigenschappen die telkens als tweede worden genoemd. Het is wel teleurstellend dat hij over deze zaken zo weinig origineels te melden heeft. Als jongere sporters niet alleen aan zichzelf, hun salaris en hun veroveringen denken, maar bereid zijn te leren van het verleden dat oude rotten met zich meedragen, dan komt dat ten goede aan de grote familie die een professionele sportploeg wel degelijk kan zijn. Als de clubleiding dan nog even in zijn oren wil knopen dat er niet gemarchandeerd wordt met supporters, spelers en coaches, dan komt alles verder vanzelf wel goed.
Juist omdat Any given Sunday is gemaakt zonder medewerking van de National Football League zou je verwachten dat Stone verder durft te gaan dan een gemeenplaats over doping als ‘het is niet fraai, maar het hoort er nou eenmaal bij’. En wat te denken van het diverse keren herhaalde motto van de film: ‘Elke zondag kun je winnen of verliezen, maar kun je dat ook als een man?’ Is het dan toeval dat de ‘bad guy’ in Any given Sunday een, door Cameron Diaz overigens knap gespeelde, vrouw is? Zeker als het de enige vrouwenrol van belang is in deze voornamelijk met testosteron en Al Pacino gevulde stoere-mannenfilm. Je hoeft werkelijk niet van kwade wil te zijn om daaruit op te maken dat volgens Stone de plaats van de vrouw in de football-wereld op de tribune is, naast de andere spelersvrouwen, die alleen maar uit hun slof schieten — zoals Lauren Holly fraai doet in een van haar weinige scènes — als hun op leeftijd rakende echtgenoten in een moment van zwakte aan stoppen denken omdat ze één keer te veel geblesseerd zijn geraakt.

Krachtpatser
De problemen van Any given Sunday liggen vooral buiten het veld, binnen de lijnen scoort Stone wel een touchdown. De Vietnam-veteraan slaagt er op overtuigende wijze in de puur fysieke sensatie van het onedele football-spel over te brengen, waarbij van top tot teen met hoofd-, ballen-, ellebogen- en kniebeschermers ingepakte kerels elkaar op nietsontziende wijze te lijf gaan. De filmmaker is zelf krachtpatser genoeg om de wedstrijden van de fictieve Miami Sharks op een visueel virtuoze manier in beeld te brengen.
Met de handheld camera tussen de spelers, met een soms verbluffende afwisseling van beeldsnelheden, met luidruchtige muziek en met de van hem bekende flitsende montage is het eerste half uur van Any given Sunday bijna net zo overdonderend als het begin van Saving private Ryan. Uiteindelijk slaat Stone’s ook daarna niet aflatende bombardement van de zintuigen toch een beetje dood omdat de film wel onderhoudend is, maar inhoudelijk niet overtuigt. Of om wel in sport- maar niet in American football-termen te blijven: Stone is een bokser wiens voetenwerk er nog wel flitsend uitziet, maar wiens rechtse directe allang niet krachtig genoeg meer is om de kijker knock-out te slaan.

Oene Kummer