American Psycho

Pure verwildering

American Psycho

Amoreel en verwerpelijk, noemden de critici Bret Easton Ellis’ roman American Psycho. Negen jaar na de publicatie volgde de verfilming; minder omstreden, maar wel een getrouw en indringend verslag van de misselijkmakende verrichtingen van psychopaat Patrick Bateman.

In het boek duurt de beschrijving van de dagelijkse schoonheidsrituelen van Patrick Bateman aanzienlijk langer. ‘Ik haal het ijsmasker van mijn gezicht en gebruik een poriënreinigende lotion, daarna een mint-kruiden gezichtsmasker dat ik tien minuten op laat zitten terwijl ik mijn teennagels doe’ — en dat gaat vervolgens drie pagina’s zo door.

Bret Easton Ellis’ eindeloze opsommingen van merk- en productnamen vormden niet het voornaamste doelwit van kritiek — die betrof uiteraard de minstens zo gedetailleerd beschreven gruwelijke slachtingen —, maar velen vonden ook die tergend grondige analyses van yuppengedrag niet te verteren. Toch is het juist de minutieuze benoeming van kleding, haardracht, menu’s en visitekaartjes die de stijl van American Psycho bepaalt en de roman tot een onbetwiste moderne klassieker maakte.

Hoe verfilm je zo’n boek? Mary Harron lost het stijlvol en doeltreffend op, zo blijkt uit de bewuste badkamerscène. Harron plaatste hem aan het begin van de film, als nadere kennismaking met de gestoorde Wall Street-bankier. Bateman (Christian Bale) staat voor de spiegel, en terwijl de voice-over informeert over zijn diverse crèmes, lotions en aftershave, trekt hij langzaam een opgedroogd gezichtsmasker van zijn huid. Het biedt een lugubere aanblik. Dat gestolde, doorzichtige maskertje bevat even veel persoonlijkheid als het hoofd erachter, is de boodschap.

Klonen
Blijft het in het boek lange tijd verhuld dat de stinkendrijke jonge yup een schaduwleven leidt als seriemoordenaar, Harron komt meteen ter zake. Bloed druppelt al over de begintitels, en Bateman maakt zich direct bekend als psychopaat. Hij heeft geen geweten, geen ziel; alleen zijn uiterlijke verschijningsvorm is menselijk, zo vertelt hij de kijker.

De spanning van de film schuilt dan ook niet in Batemans ontmaskering, net zomin als in het schokeffect van de moordpartijen, die door Harron op een enkele uitzondering na bijzonder discreet in beeld worden gebracht. Het is vooral Christian Bale die de aandacht vasthoudt. Zijn vertolking van de door uiterlijkheden geobsedeerde Bateman is huiveringwekkend precies.

Bale is een ideale Bateman: knap maar onopvallend, met een koude, lege blik. Naarmate zijn moordzuchtige neigingen meer aan de oppervlakte treden — aanvankelijk weet Bateman de schijn van normaliteit op te houden, gaandeweg verliest hij de controle over zijn gedrag — verandert die blik in pure verwildering.

Ook de overige acteurs zijn goed gekozen; Batemans vriendenclubje is een eng stelletje goedgebekte klonen, en het is dan ook moeilijk te zeggen welke acteur er achter welke stropdas schuilgaat. Meer variatie vertonen de vrouwen in Batemans wereld: zijn naïeve secretaresse (Chloë Sevigny), zijn stuitend oppervlakkige vriendin (Reese Witherspoon) en het hoertje Christie (Cara Seymour) worden op verschillende wijze slachtoffer van zijn vrouwenhaat.

Harron zag American Psycho vooral als scherpe satire op de jaren tachtig, de tijd dat het grote geld voor het opscheppen lag en Wall Street het centrum van de wereld leek. Zo bezien valt er ook veel te lachen: om het steriele, nu al vreselijk gedateerde interieur van Batemans appartement, om het opgefokte coke-gesnuif, de eindeloze discussies over kledingcodes en om Batemans lijflied, ‘Hip 2 Be Square’ van Huey Lewis & The News.

Dat neemt niet weg dat American Psycho een misselijkmakend verhaal vertelt. Het blijft de vraag of en waarom we het willen lezen of zien — en hoewel het antwoord voor iedereen anders zal luiden, geldt voor de film uiteindelijk hetzelfde als voor het boek. De inhoud is naar, maar het is wel erg knap gedaan.