American Beauty

Een wereld vol plastic

Lester (Kevin Spacey) heeft de zin van het leven ontdekt

In de zwarte komedie American Beauty bevrijdt een man die mislukt is in werk en huwelijk zich uit zijn keurslijf. Een altijd imponerende Kevin Spacey acteert alsof zijn leven er van afhangt.

Een man staat onder de douche. Hij trekt zich af, vertelt hij in voice-over. Dit is het hoogtepunt van zijn dag, vanaf nu kan het alleen maar bergafwaarts gaan. Het is duidelijk: in American Beauty wordt de Amerikaanse droom serieus ter discussie gesteld.

Lester Burnham (met flair en humor gespeeld door Kevin Spacey) heeft geen plezier in het leven. Zijn baan als copywriter heeft weinig om het lijf. Ook het gezinsleven laat te wensen over. Echtgenote Carolyn (Annette Bening) voldoet perfect aan het karikaturale stereotype van de Amerikaanse trut. Ze houdt de tuin bij, zorgt dat het huis er smetteloos uitziet en maakt zichzelf en haar omgeving wijs dat het leven fijn is als je maar wellevend en gezellig doet. Haar adolescente dochter Jane (Thora Birch) lijkt voor haar de functie te hebben van een noodzakelijk rekwisiet in het gezinsleven.

Bening speelt haar rol zeer overtuigend. Een scène waarin ze als makelaar de ene potentiële koper na de andere met haar enthousiaste verkooptechniek het huis uitjaagt, leidt tot plaatsvervangende schaamte bij de kijker.

Lester is net zo’n loser als zijn vrouw, maar hij durft de mislukking van zijn leven tenminste onder ogen te zien. Iemand die gelukkig getrouwd is, zegt niet dat masturberen onder de douche het piekmoment van zijn dag is. Een onverwachte ontmoeting zorgt voor een ommekeer in zijn leven. Jane en haar vriendin Angela maken deel uit van een groepje cheerleaders dat de thuiswedstrijden van het schoolbasketbalteam opluistert. Angela is het mooiste meisje van de klas en fotomodel in wording. Carolyn sleept Lester mee naar de wedstrijd: "Leuk voor Jane". Lester raakt verliefd tot over zijn oren, zien we aan de stupide blik waarmee hij het kind minutenlang aangaapt, tot ergernis van zijn dochter. Zijn vrouw weet als altijd van niets.

Bob Dylan
Door zijn verliefdheid wordt Lester een ander mens. Hij werkt aan zijn conditie zodat Angela mettertijd zijn gespierde borstpartij zal kunnen bewonderen. (Dit gebeurt echt: Spacey heeft tijdens de film een intensieve fitnesstraining gevolgd, met verbluffend resultaat.) Hij neemt ontslag, geniet van weed-sigaretjes, koopt de cult-auto die hij altijd al had willen hebben, en duikt zijn oude platencollectie in. Ha, Bob Dylan! Dat waren nog eens tijden… Het heeft even geduurd, maar Lester Burnham heeft de zin van het leven herontdekt.

De onderwerpen bewustwording en bevrijding zijn natuurlijk niet nieuw in de filmgeschiedenis. In 1972 (dezelfde tijd waar Lester naar terugverlangt) verlegde de Fransman Claude Faraldo de grenzen van dit thema met Themroc. Michel Piccoli incasseert op zijn werk net één tegenslag teveel, en de consequenties daarvan zijn niet gering. Hij verwijdert in zijn huis behalve alle meubilair ook de deuren en muren, en gaat verder als een twintigste-eeuwse holenmens.

Nu hoeft niet iedereen die het licht gezien heeft zijn huisraad weg te doen, maar Lester pakt de zaken wel erg halfslachtig aan. Zijn bevrijding reikt niet verder dan het ontlopen van zijn verantwoordelijkheden en het vertonen van nog botter, egoïstischer gedrag dan vroeger.

In plaats van onder de douche masturbeert Lester nu in bed, naast zijn vrouw. Tijdens het diner verkondigt hij, niet meer naar die “Lawrence Welk-shit” te willen luisteren. Muzak is voor oude lullen en Lester is zo jong als hij zich voelt, dat wil zeggen een jaar of zeventien. Wanneer Carolyn zijn verhaal interrumpeert, gooit hij een schaal eten tegen de ongerepte muur: symboliek voor beginners.

Schoonheid
Een navrant detail van Lester’s wederopstanding is, dat hij verliefd wordt op een meisje dat ondanks haar motto "there’s nothing worse than being ordinary" zo plastic is als maar mogelijk. Haar medescholieren hebben dat door, een buurjongen ook, maar Lester heeft eindelijk echte schoonheid gevonden. Dat is triest.

Toneelregisseur Sam Mendes, die hier zijn filmdebuut maakt, weet niet goed raad met alle schoonheid waar de filmtitel naar verwijst. Zeker, de buurjongen begrijpt wat er mooi is aan een ronddwarrelend plastic zakje en verfilmt dit met een bezetenheid, een betere zaak waardig. En je moet al ingedut zijn om niet te zien dat van de twee vriendinnen dochter Jane degene is werkelijk mooi – in de ‘diepere’ betekenis van het woord – genoemd kan worden.

Maar de onmiskenbare sympathie die Mendes voor Lester aan de dag legt, is moeilijk te rijmen met zijn andere schoonheidsfilosofietjes. Als aanklacht tegen de Amerikaanse droom is de film al met al een nogal holle bedoening, die het bijvoorbeeld niet haalt bij het wanhopige Happiness, waarin het lachen de kijker wel vergaat. Kevin Spacey acteert alsof zijn leven er van afhangt, en is als altijd een genoegen om naar te kijken. Maar de pretenties van regisseur en scenarist kan zelfs hij niet waarmaken.