ALL OR NOTHING

Onrustig vaarwater

  • Datum 04-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films All or Nothing
  • Regie
    Mike Leigh
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Engeland
  • Deel dit artikel

Mike Leigh heeft met All or nothing wederom een film gemaakt over fatalisme, verdriet en een heel breekbare vorm van hoop. "Het beton en de vale kleuren van sociale woningbouw leken me het best passen bij de film.

"Dit is geen typisch Britse film", stelt Mike Leigh heel beslist. "Dit is een film over gevoelens en die zijn universeel. Dat de handelingen zich afspelen in Zuid-Londen is bijna toeval. Het had net zo goed Amsterdam of Brussel kunnen zijn."
Leighs pleidooi voor universalisme ten spijt is zijn nieuwste film All or nothing weer zo’n typisch voorbeeld van hyper-Brits gootsteenrealisme. De regisseur geldt — samen met Ken Loach — als dé vertegenwoordiger van deze stijl. Sinds zijn debuut in 1971 met het omineus getitelde Bleak moments, richt Leigh zijn camera op de grauwe levens van de kleine luiden die de onderkant van de samenleving bevolken. Die alledaagse ellende vond in eerste instantie vooral aftrek bij de BBC, dat zeker in de Thatcher-jaren nog gold als een bastion van maatschappelijk engagement. Maar sinds High hopes (1988) hebben de ‘working class’-portretten hun weg gevonden naar het grote scherm. In Secrets and lies (1996) en Career girls (1997) wist Leigh een komische noot te raken maar het was vooral het gitzwarte Naked (1993) dat zijn reputatie vestigde. Met zijn vorige film Topsy-turvy (1999), dat zich afspeelt in het flamboyante theatermilieu van de negentiende eeuw, leek de filmmaker een radicaal andere koers te gaan varen. Maar met All or nothing is hij weer helemaal terug in het hedendaagse territorium van de maatschappelijk marginalen.
Toch ziet Leigh zijn nieuwste film niet als een herneming van een oud, vertrouwd thema, net zo min als dat hij Topsy-turvy beschouwd als buitenbeentje in zijn oeuvre. "Topsy-turvy lijkt alleen maar anders", betoogt hij. "Maar als je bij die film ook maar het dunste buitenkantje er vanaf krabt dan vindt je daaronder gewoon een Mike Leigh-film. Net als al mijn andere films ging Topsy-turvy over mensen en hun gevoelens en relaties. In All or nothing is de setting en de toon anders, maar voor de rest is er geen dramatisch verschil. Mijn films zijn geen ideeënfilms en met ingenieuze plots heb ik ook niks. Het gaat mij vooral om het emotionele landschap."
En emoties zijn volop aanwezig in All or nothing, vooral die troebele gevoelens die gepaard gaan met fatalisme, uitzichtloosheid, verdriet en een heel breekbare vorm van hoop. Taxichauffeur Phil — een schichtig kijkende Timothy Spall die vrijwel iedere vraag beantwoordt met ‘dunno’ — en zijn vrouw Penny hebben een bloedeloos huwelijk. Hun kinderen, de opvliegende niksnut Rory en binnenvetter Rachel, zijn ook niet voorbestemd voor grootse daden en worden net als hun ouders meegezogen in een dodelijke sleur. Er is een hartaanval van de zoon voor nodig om het gezin uit zijn apathie te rukken en ze een tweede, wellicht laatste kans te geven.
"Als je het hebt over emoties, dan kan je niet om het lot heen", vindt Leigh. "Het is die typische manier waarop altijd alle belangrijke, doorslaggevende dingen tegelijk gebeuren. Precies op het moment dat Rory zijn hartaanval heeft, heeft zijn vader een gesprek met een klant dat hem doet realiseren hoe ongelukkig hij is. Waarom is dit zo? Omdat dingen nu eenmaal zo zijn. Het lot is een raar ding. Mijn zoon van 24 is momenteel bezig aan een wereldreis en zat een week voor de aanslag op Bali in precies die disco waar de bom ontplofte."
Voor Leighs zoon was het blijkbaar nog geen tijd; hij reisde onbezorgd verder. Maar voor de personages in All or nothing en hun onderlinge relaties is het één minuut voor twaalf. De urgentie van de situatie komt tot uiting in de titel van de film, die wel erg absoluut klinkt in contrast met het wijfelende karakter van de personages. "Alles of niets is een epische manier om ‘misschien’ te zeggen", legt Leigh uit. "En dat is ook wat All or nothing is, een epos. Het is niet zo’n spektakel waarbij de hordes van Genghis Khan de heuvels af komen denderen of de helft van het budget is uitgegeven aan explosies. De textuur van de film is onmiskenbaar huishoudelijk, maar je moet kijken naar de invalshoek. En die is episch. Phil maakt een emotionele reis, zijn leven belandt in onrustig vaarwater, krijgt bijna een traumatische dimensie. En op zo’n moment, waar twijfel de boventoon voert, is het inderdaad een kwestie van alles of niets."

Slampampers
Wie afgaat op de films van Mike Leigh krijgt een niet al te positief beeld van de gemiddelde blanke man in Engeland. Het zijn slampampers, cynici, dronkelappen, emotioneel gehandicapten en regelrechte rotzakken. "Ik ben de eerste om te erkennen dat mijn mannelijke personages niet voldoen aan het macho model van perfectie", beaamt de regisseur. Maar om nou te zeggen dat hij in zijn werk bewust anti-man is, gaat hem te ver. En als hij praat over zijn creaties dan klinkt daar oprechte liefde in door, een liefde die hem behoedt voor stereotypering en het functionele gebruik van personages om een standpunt te verdedigen.
"De huisbaas in Naked, ja dat is een enorme klootzak. Maar de hoofdpersoon Johnny is een gefrustreerde idealist, absoluut geen cynicus zoals door sommige critici is beweerd. En Maurice uit Secrets and lies is misschien bot maar hij heeft toch ook een bepaalde gevoeligheid. Hij kan moeilijk omgaan met de vrouwen in zijn leven, dat is waar. In dat opzicht lijkt hij op Phil. Maar Phil is nog iets meer dan dat. Hij lijkt op het eerste gezicht inactief en niet vooruit te branden, maar zijn belangrijkste eigenschap is juist zijn onvervulde potentie."
Potentie is volgens Leigh het sleutelwoord voor All or nothing, dat de verschillende karakters van de film met elkaar verbindt. "Voor alle personages geldt dat hun natuurlijke habitat wordt gevormd door dysfunctionele relaties. Maar al die relaties — hoe verknipt ze ook zijn — hebben de potentie te veranderen. In sommige gevallen wordt die potentie niet vervuld; Phils collega Roy en zijn alcoholistische vrouw Carol gaan nergens heen, dat is wel duidelijk. Maar vrijwel alle andere buren die aan bod komen werken wel naar een conclusie toe, ook al lijken die zijlijntjes op het eerste gezicht misschien een beetje rafelig."
Wie de personages stuk voor stuk onder de loep legt en hun gedrag in het eerste kwartier vergelijkt met dat van twee uur later, moet Leigh gelijk geven. De cynische Samantha ontdooit, Maureen en haar dochter leren elkaar beter kennen, Rachels oudere collega leert zijn seksuele frustratie opzij zetten. Het is alleen zo dat de ontwikkelingen zo geleidelijk verlopen dat je je niet meteen bewust bent van wat Leigh met gevoel voor overstatement "de emotionele Odyssee" noemt. Alleen het moment waarop Phil in huilen uitbarst en door zijn knieën zijgt voor zijn vrouw, is zo’n scène die in alle opzichten ‘sleutelmoment’ schreeuwt. Op de vraag of hij hier niet bang was te stappen in de valkuil van het sentimentalisme, reageert de regisseur bijna verontwaardigd. "Mensen die mij kennen weten dat ik de minst sentimentele figuur in de wijde omtrek ben. En ook in deze scène heb ik er alles aan gedaan om de zoetigheid te vermijden die je ziet in Hollywoodfilms. Ik heb het heel droog in beeld gebracht, met één enkel shot dat langzaam inzoomt. De muziek heb ik hier expres weggelaten. Ik wilde het verdriet rauw tonen, zoals het is. Want dat is de vraag waardoor ik me laat leiden tijdens het filmen. Niet: hoe ziet het eruit? Maar: gedragen mensen zich in het echt zo? En als dat zo is dan is daar naar mijn idee niks sentimenteels aan."

Tweehonderd truitjes
Leighs authentieke karakterschetsen zijn ondenkbaar zonder zijn specifieke werkwijze, die het best valt te omschrijven als een extreme vorm van method acting. Voordat er ook maar een meter celluloid werd verschoten op de set van All or nothing, repeteerde en improviseerde de regisseur zes maanden lang met de acteurs. "Die improvisatie was de basis voor het script. Ik werk nooit met vooraf vastgelegde dialogen. De personages ontstaan in intensieve wisselwerking tussen mij en de afzonderlijke acteurs. Het verhaal groeit gaandeweg. In de montagekamer hoefde ik zelfs amper nog wat aan de volgorde aan te passen."
Ondanks die essentiële, collectieve inspanning ligt het auteurschap van All or nothing toch onmiskenbaar bij Leigh. "Op de aftiteling staat ‘geschreven en geregisseerd door Mike Leigh’, maar eigenlijk moet het zijn ‘gemaakt door Mike Leigh’", vindt de filmmaker. "Mijn handschrift zit niet specifiek in de manier waarop er is gefilmd of welke zinnen er worden uitgesproken. Mijn stempel zit op alle aspecten van de film en uit zich in een specifieke sfeer, een specifieke smaak. Daardoor zal een bioscoopganger, die een eerdere film van mij heeft gezien, ook deze film direct herkennen als een Mike Leigh-film."
Typerend voor die sfeer is bijvoorbeeld het kleurgebruik. Leighs films zijn — met uitzondering van Topsy-turvy — ondergedompeld in een vaalheid en groezeligheid. In Naked filterde de regisseur alle roodtinten en felle kleuren uit het beeld door de laboratoriumbewerking van het celluloid vroegtijdig te onderbreken — een proces dat bekend staat als ‘bleached bypass’. Het chemische beïnvloeden van het pigment is iets dat Leigh sindsdien in al zijn films in meer of mindere mate toepast.
Maar in All or nothing wordt dit ‘vergrauwingseffect’ nog verder versterkt door de kostumering. Leigh: "Onze kostuumontwerpster, Jacqueline Durran, heeft alle tweedehands kledingzaken van Londen afgestroopt en kwam regelmatig terug met tweehonderd truitjes. Dat waren dan tweehonderd variaties op een bepaalde kleur grijs. Het palet van de film is op die manier samengesteld uit zorgvuldig bij elkaar gezochte outfits."
Voor de locatie geldt een soortgelijk verhaal. "Het beton en de vale kleuren van sociale woningbouw leken me het best passen bij deze film. Maar toen ik om zo’n locatie vroeg, protesteerden de production designer en de locatiemanager dat die onmogelijk te vinden zou zijn en dat als we hem al zouden vinden het moeilijk zou worden er te filmen. Puur toevallig liepen we tegen een huizenblok aan dat kort daarna gesloopt zou worden en het bleek de ideale set te zijn. De atmosfeer van die plek voegt zoveel toe aan de film. Dat is de schoonheid van het op locatie filmen, het is een soort magie, een poëzie van de plaatselijkheid."
"Ik heb veel gebruik gemaakt van de grijze en vuilwitte betonnen platen waaruit de flat is opgebouwd, die contrasteren schitterend met het kleine beetje groen van het grasveld voor het blok. En ik heb ook veel trappen gefilmd. Vraag me niet waarom, maar ik ben wild op trappen. In al mijn films zit minstens één trappenscène. Het heeft niks met symboliek te maken. Het is meer een kwestie van perspectief, je kan naar boven en beneden kijken. Daardoor ga je jezelf vragen stellen. Wat is het nou precies wat je toont? Waar gaat het om? Zo overleg ik met mijn cameraman ook altijd over interieurshots: tonen we een kamer met een man er in? Of gaat het om die man in een kamer?"

Edo Dijksterhuis