Air Doll

Het meisje met het ventieltje

Air Doll is een sneer naar de beperkte levensduur van producten in de consumptiemaatschappij, maar Kore-eda bewandelt hier ook het existentialistische pad van zijn vorige films.

In Cannes werd Air Doll vorig jaar minder juichend ontvangen dan de vorige twee films van de Japanse meesterregisseur Hirokazu Kore-eda, Nobody Knows en Still Walking. Misschien wisten critici zich stiekem geen raad met de thematiek, die vooral voor westerlingen een ver-van-hun-bed-show zal zijn. Om mee te kunnen voelen m et een opblaaspop die een hart krijgt, moet je aannemen dat er leven kan schuilen in kunstmatige objecten — en dat gaat de uitvinders van het robothuisdier vast veel makkelijker af. Ook de vraag of er sprake is van verlies bij vervanging, leeft in Japan waarschijnlijk sterker. Kore-eda’s antwoord luidt bevestigend: zoals de videotheek een surrogaat is voor de bioscoop, is een opblaaspop dat voor een vrouw van vlees en bloed.

Hij houdt zijn landgenoten een spiegel voor en toont hun talent voor vereenzaming en hun vreemde gewoonte zich van de wereld af te zonderen. Ober Hideo heeft het menselijk contact na het verlies van zijn vriendin opgegeven; het is makkelijker samenzijn met iemand die niet dwarsligt. Makkelijker, maar niet betekenisvoller. Want hoe vaak hij zijn pop Nozomi ook over zijn werkdag vertelt, bovenop haar gaat liggen, in haar oor fluistert dat ze mooi is, het kan zijn afgestomptheid niet verbergen.

Serveerstersjurkje
Nozomi maakt een onbevangen ontdekkingstocht door de wereld. Het knappe van Air Doll is de manier waarop Kore-eda leven en levenloos weet om te draaien. We kijken met Nozomi’s pure, wat naïeve blik naar de leegte van ons eigen bestaan. In Kore-eda’s van melancholie doordrenkte oeuvre is dat perspectief van de buitenstaander een noviteit.

Het maakt Air Doll tot zoet sprookje en bittere levensvisie ineen, twee lijnen die schitterend zijn uitgewerkt in de sfeervolle decors. De Japanse production designer Yohei Taneda, ook verantwoordelijk voor Tarantino’s Kill Bill, tovert grootstedelijke, vaak vervallen locaties om tot sprankelende fantasiewerelden, die magisch zijn zonder de realiteit uit het oog te verliezen. In dit geval kleedde hij een verlaten wijk aan de rand van Tokio aan als een kinderfantasie — van Nozomi’s kokette serveerstersjurkje tot de zwierige letters op het naambord van de videotheek waar ze werkt.

Toch is Air Doll niet helemaal geslaagd. Het scenario is door Nozomi’s voice-over nogal uitleggerig en bevat zoveel op elkaar gestapelde herhalingen dat sommige scènes overbodig aanvoelen. Een aantal krachtige, ontroerende momenten maakt gelukkig veel goed. Zoals de keer dat Nozomi zichzelf verwondt en leegloopt. Haar collega in de videotheek, op wie ze inmiddels verliefd is geworden, blaast haar nieuwe lucht in, een handeling die van Kore-eda een seksuele lading meekrijgt. Een mooiere metafoor voor het verlangen van de levenden — of het nu mensen of opblaaspoppen zijn — naar tederheid, liefde en intimiteit is niet denkbaar.