Ain’t Them Bodies Saints

Gedoemde geliefden in zonovergoten Texas

Ain’t Them Bodies Saints

Ain’t Them Bodies Saints is een visueel sterk, verhaaltechnisch matig melodrama met een vleugje western. Over gedoemde partners in crime in small-town Texas – gescheiden door de wet en het noodlot, maar verbonden door de liefde en hun ongeboren kind.

Outlaws Bob Muldoon (Casey Affleck, Gone Baby Gone, 2007; The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford, 2007) en zijn zwangere vriendin Ruth (Rooney Mara, The Girl with the Dragon Tattoo, 2011) plegen à la Bonnie en Clyde een overval. Het gaat mis, er wordt geschoten, Ruth raakt een sheriff. Bob neemt de schuld op zich, hij offert zich op voor haar en voor hun ongeboren kind en draait de gevangenis in. Zij zal op hem wachten, hij schrijft haar toegewijd brieven. Na vier jaar ontsnapt Bob. Ruth weet dat hij haar en hun dochter zal komen halen.

De politie opent enigszins sloompjes de jacht en het onderzoek, en de mooie Ruth kan zich in de belangstelling verheugen van een lastige derde: de sheriff Patrick met wie het allemaal begon. Zijn belangstelling is meer dan louter professioneel, het is een mooie mengeling van iets als verliefdheid en bekommernis, of misschien zelfs verantwoordelijkheidsgevoel – omwille van hem ging man en vader Bob immers achter de tralies.

Terwijl Bob een one-track mind heeft – met vrouw en kind een plekje in het beloofde land veroveren en samen oud worden – en overloopt van clichés als “Wij zijn altijd twee delen van een geheel geweest”, zijn Ruth en Patrick gelaagder. Aanvankelijk weet Ruth te intrigeren. Twijfelt ze aan haar man, valt ze voor de sheriff? Hoewel knap gespeeld moet haar gesloten en vrijwel onleesbare personage toch erg sterk leunen op die onleesbaarheid, op de suggestie van turbulente diepe wateren.

Eigenlijk steelt vooral Ben Foster in de bijrol van sheriff de show, als honderd procent deugende man vol zorginstinct die om een niet voor de hand liggende vrouw begint te geven. Zijn tweestrijd is voelbaar, hij weet niet precies hoe ver hij vindt dat hij mag gaan.

Ain’t Them Bodies Saints van regisseur David Lowery heeft een vrij conventioneel scenario met enkele onwaarschijnlijkheden en een magere plot. En de wellicht sexy bedoelde, maar huilerig klinkende hese stem van goeie slechterik Bob en zijn saaie zoete teksten werken vast meer dan één bezoeker op de zenuwen. Dat de film toch geen bezoeking is, komt door de prachtig gefilmde, broeierige magic hour-beelden van een tijdloos ogend Texas door Bradford Young – je krijgt het al warm als je ernaar kijkt – en de knappe folky en bluegrassy soundscape vol handgeklap, strijkers en plukkerige banjo’s, die de film voortstuwen en ritme en spanning geven. Samen scheppen ze een wereld zwanger van verlangen, schuld en noodlot.

Ain’t Them Bodies Saints maakt zeer tegengestelde reacties los; volgens sommigen is hij pretentieus en onbeschaamd sentimenteel, volgens veel Amerikaanse critici is het een Amerikaanse film van mythische proporties in de traditie van Altmans Thieves Like Us (1974) en Malicks Badlands (1973) en The Tree of Life (2011). Kortom: een conversation piece.