AFFLICTION

Bezoedeld sneeuwland

  • Datum 30-09-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Affliction
  • Regie
    Paul Schrader
    Te zien vanaf
    01-01-1997
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Na lang uitstel komt Paul Schraders voortreffelijke film Affliction (1997) alsnog in Nederland uit. Een vraaggesprek met de scenarioschrijver annex regisseur, die de autobiografische teneur van films als Taxi driver achter zich heeft gelaten en nu graag romans verfilmt. "Dit zijn zware tijden voor de kunsten."

Paul Schraders Affliction kan zijn beste film sinds tijden worden genoemd. Het in een winters Amerikaans stadje gesitueerde drama verhaalt over politieagent Wade Whitehouse (Nick Nolte), die in een mentale crisis zit en moeilijk kan communiceren met zijn ex, zijn dochtertje en zijn nieuwe vriendin (Sissy Spacek). De neerwaartse spiraal wordt versterkt door de dood van zijn moeder en het asociale gedrag van zijn alcoholische, gewelddadige vader (een fantastische bijrol van James Coburn, die daarmee een Oscar won). Wanneer een jager in de bossen onder verdachte omstandigheden om het leven komt, stort Wade zich obsessief op de zaak. Pogingen van zijn broer (Willem Dafoe) om hem op het goede spoor te krijgen zijn tevergeefs, en langzaam bouwt de film op naar een zinderende climax waarin Wade voor het eerst een confrontatie met zijn vader aangaat.
Affliction is een intense film, met enkele scènes die moeilijk te verteren zijn. Via flashbacks wordt duidelijk dat Wade als kind door zijn vader werd geslagen en gekleineerd. Het kwaad dat zo gezaaid is maakt zijn eigen leven en dat van zijn naasten tot een hel, wat aanvankelijk op een tamelijk subtiele wijze duidelijk wordt via de uitstekende dialogen en Schraders trefzekere regie. Maar de kijker weet dat Wade Whitehouse, net als Travis Bickle in Taxi driver, een tijdbom is die op een dag af moet gaan. Dat gebeurt hier op een even aangrijpende als afschuwelijke manier in een scène die de kijker na het verlaten van de zaal nog een tijdje achtervolgt.
Affliction kende een vreemde distributiegeschiedenis, die evenmin vrolijk stemt. Schrader mort: "De film werd vertoond in Venetië, waar hij hele slechte reacties kreeg en niemand hem wou kopen. Anderhalf jaar lang ging er een kopie langs het festivalcircuit, terwijl intussen de productiemaatschappij failliet ging. Kort geleden kwam de film eindelijk uit, onder andere in Japan, en werd een succes. Als jij het snapt mag je het zeggen." Dat de film door de deprimerende inhoud geen gemakkelijk project was, stond meteen vast. "Ik las het gelijknamige boek van Russell Banks en werd er helemaal door gegrepen. Ik kocht de rechten, schreef een script en kwam in contact met Banks en Nick Nolte. Zelfs met ons drieën was het ontzettend moeilijk om de financiering rond te krijgen, het kostte ons zes jaar."

Mythe
Jarenlang stond Schrader vooral bekend als de schrijver van klassiekers als Taxi driver (1976) en Raging bull (1980), waarin zijn persoonlijke beslommeringen — de Kaïn en Abel-achtige band met zijn broer Leonard, zijn drugsgebruik en fascinatie voor zelfmoord — de rode draad vormden. De tijd van sterk autobiografisch getinte scripts lijkt voorbij te zijn. "Het is een mythe dat je als filmmaker altijd iets te vertellen zou hebben. Soms kom je in een periode in het leven waarin je je helemaal niet bloot wil geven. Dan zoek je in andermans werk naar ideeën en inspiratie." Zo was The comfort of strangers (1989) een beklemmend drama naar de roman van Ian McEwan, het excentrieke Touch (1997) een boekverfilming naar Elmore Leonard, en Schrader omschrijft het recente melodrama Forever mine (1999) als "mijn Douglas Sirk-film". En hij heeft de afgelopen jaren drie scenario’s voor genrefilms geschreven, waaronder een medische thriller.
In Affliction, geschreven door de in Amerika zeer populaire auteur Russell Banks, lijken meer overeenkomsten met Schraders komaf te zitten. "Ik ben opgegroeid in Michigan, dat men ‘sneeuwland’ noemt, ik heb ook een oudere broer, en had ook een zeer strenge vader, al was hij geen zuipende vechtjas. Met mijn fascinatie voor zelfdestructie heb ik afgerekend in Mishima (een lyrische film over de rituele zelfmoord van de Japanse schrijver Yukio Mishima, ML). Maar dat betekent niet dat je niet vaak stilstaat bij je jeugd. Het is een cliché, maar een ongelukkige jeugd is de beste vriend van een schrijver." Banks schreef ook The sweet hereafter, succesvol verfilmd door Atom Egoyan. "Russell gaf me dat boek, maar ik vond het onverfilmbaar. Ik was dan ook diep onder de indruk van Atoms adaptatie. Hij wist dat boek te kraken op een manier die mij nooit gelukt was."
Maar Affliction bleek Schrader op het lijf geschreven. "Ik vond het fantastisch dat het boek de conventies van het thrillergenre gebruikt om uiteindelijk terecht te komen bij een vreselijk intens familiedrama. Ik heb het einde wel iets veranderd. Nu bestaat het slot uit een speech van Willem Dafoe, waaruit het publiek iets kan leren over de psychologische schade die sommige kinderen wordt aangedaan. Ik vond dat de film anders zou bezwijken onder het deprimerende karakter, waardoor men de werkelijke waarde uit het oog zou verliezen."
Het maken van een boekadaptatie is een kunst op zich, zo legt hij uit. "Ieder boek is een geval apart. Neem The last temptation of Christ, waaraan ik met Martin Scorsese werkte. Er zitten wel zes films in dat boek. Het gaat erom dat je er de film uithaalt die jij wilt maken. Je kan zelfs een boek nemen dat je niet aanspreekt, er een element uitlichten dat je kan gebruiken, en dan verder werken. Na het maken van The last temptation ontstonden er overigens grote spanningen tussen Scorsese en mij. We besloten niet meer samen te werken omdat we dan echt vijanden zouden worden. Toen hij me belde om Bringing out the dead te maken, was ik dan ook zeer verrast." En dan lacherig: "Oh nee, zo zat het niet, hij belde me niet op, hij liet me bellen omdat hij dat zelf niet durfde."

Roddels
Toen Mark Cousins in zijn BBC-filmprogramma ‘Scene by scene’ James Coburn interviewde, vertelde deze naar aanleiding van Affliction graag weer met Schrader te willen samenwerken. De regisseur is daarover zichtbaar opgetogen, maar relativeert zijn acteursregie. "Ik denk dat goede acteerprestaties in een film voor negentig procent bepaald worden door casting. Als je de juiste acteur krijgt, op het juiste moment in zijn leven, voor de juiste rol, hoef je eigenlijk weinig meer te doen. Je moet alleen goed kijken, af en toe iets voorstellen, of je zelfs helemaal op de vlakte houden. Je kan een acteerprestatie iets aanscherpen, maar onmogelijk veranderen."
Toonde Coburn zich een bewonderaar van Schraders werkwijze, in het geruchtmakende boek Easy riders, raging bulls zette schrijver Peter Biskind de regisseur neer als een drugsverslaafde, paranoïde carrièremaker, die na de successen uit de jaren zeventig niets meer te bieden had. Schrader wimpelt de kritiek simpel af. "Dat boek staat vol roddels en geruchten, slechts de helft kan je geloven. Het boek stelt dat de jaren zeventig een gouden decennium voor Hollywood was. Om dat te onderbouwen, stelt Biskind dat de grote filmmakers van toen hun kruit hadden verschoten. Daar ben ik het niet mee eens. Toen dat boek uitkwam, had ik net Affliction gemaakt, en vroeg ik hem of hij een vertoning van de film wilde bijwonen. Hij weigerde dat pertinent, volgens mij omdat hij zijn premisse niet meer staande kon houden." Nadat Schrader hierover uitgelachen is, komt hij weer ter zake. "In de jaren zeventig was er een totaal ander publiek. De mensen wilden serieuze films zien over sociaal-politieke, relevante onderwerpen. Er kwam elke week een serieuze film uit. Ze waren zeker niet allemaal even goed, maar hoeveel serieuze films komen er nu nog uit Hollywood? Niet meer dan acht per jaar, schat ik zo."

Schatgraven
De pessimistische toon is gezet. Schrader houdt zich de laatste tijd sterk bezig met vragen over de toekomst van de mensheid en het medium film. Hij is somber, al brengt hij zijn tijding met een kwinkslag. "Ik ben pessimistisch over de toekomst in het algemeen, en zie niet waarom de film meer optimisme kan bieden dan de rest van de planeet. Dit zijn zware tijden voor de kunsten. Vooral in de vredige, welvarende westerse wereld zijn we vergeten wat kunstenaars ons kunnen bieden. Als we het moeilijk hebben of vertwijfeld zijn, stellen we veel hogere eisen aan onze kunstenaars. Nu dat niet gebeurt, worden filmmakers cynisch en ironisch, of heel oppervlakkig. Men krijgt de neiging om film tot één grote lichtshow te maken, omdat het publiek geen ingewikkelde toeren wil zien.
"Het maken van collages is de kunstvorm van nu. Als je de tv aanzet, kan je tegelijkertijd kijken naar ‘I love Lucy’ en films van John Ford of Quentin Tarantino. En jongeren doen dat ook daadwerkelijk. Daardoor verandert de manier van verhalen vertellen. Je kan tieners van nu bedelven met een ongekende beeldenvloed, die zij begrijpen, maar waar hun ouders niks van snappen. Over een tijdje is film een digitaal product en veranderen de oude bioscopen in musea, waar je kan zien hoe ze het vroeger deden."
Schrader beaamt dat de komst van dvd niet alleen optimale beeldkwaliteit biedt, maar ook het schatgraven naar vergeten films aantrekkelijk maakt. Hij heeft dan ook zelf een moderne thuisbioscoop. "Ik zat ooit in een panel met filmcriticus Roger Ebert, waarbij iemand zich beklaagde over het medium video. Ik vertelde hem: ‘Kijk, ik zag Nosferatu voor het eerst als een 8mm-print die op een laken werd geprojecteerd. En jij zegt dat dat beter is dan video?’ Maar ik denk niet dat dvd voor regisseurs zaligmakend is, al kun je het medium zelf daarvan niet de schuld geven. In de bioscoop kan je de film niet stilzetten om wat anders te gaan doen. Een medium als dvd draagt ertoe bij dat de manier van vertellen zich aanpast aan het gemak waarmee jongeren nieuwe technologie omarmen."
De filmmaker heeft daar geen problemen mee, want het gaat hem om het verhaal op zich. "Als film er niet was geweest, had ik wel iets anders gevonden om me te kunnen uiten. Ik groeide op in een streng gereformeerde omgeving. Mijn grootvader was een Fries en ik herinner me nog levendig hoe hij met mijn ooms discussieerde over de preek van zondag. Geen van hen had een opleiding genoten, maar ze zaten wel boordevol ideeën. Als ik dat vergelijk met de passiviteit van mijn kinderen, die tv kijken en videospelletjes spelen, denk ik toch dat ik er het beste af ben gekomen." Lachend: "Voordat er films waren vertelden mensen verhalen, en dat zullen ze blijven doen als de film verdwenen is. Tenminste, zolang er gezinnen blijven bestaan. Als we het gezin opheffen, wat ook mogelijk is, dan pas zal de vertelkunst écht veranderen!

Mike Lebbing