ADVOCAATJE LEEF JE NOG?

Gebeten pitbull

  • Datum 30-09-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Advocaatje leef je nog?
  • Regie
    Jeroen Berkvens
    Te zien vanaf
    01-01-2004
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Jeroen Berkvens maakte een portret van strafpleiter Paul Bovens, die na een bomaanslag op zijn praktijk stopte met zijn werk. Advocaatje leef je nog? is te zien in de DocuZone-theaters. "Een strafadvocaat is geen held."

In Advocaatje leef je nog? vertelt strafadvocaat Paul Bovens (46) — de ‘pitbull onder de verhoorders’ — zo op het oog onbewogen hoe een getuige, die door hem was opgeroepen, in de rechtszaal dood neerviel. Daar is hij niet trots op, zoals hij ook niet trots is op de bewuste martelgang die hij een incestslachtoffer oplegde omwille van de waarheid. "Ben ik te ver gegaan?" vraagt hij zich af, maar hij antwoordt: "Tja — het was de strategie."
Bovens is neergezet in een kil gerechtsgebouw, dat verder verkilt door het koude blauwzweem dat in de nabewerking over het beeld is gezet. Regisseur Jeroen Berkvens (1968) gebruikt behalve dat blauw — "voor dingen die hij als advocaat deed, maar waar als mens je geweten bij zou opspelen" — ook nog sepia en zwart-witbeelden naast in kleur gefilmde beelden. Zo krijgt de wereld van Bovens, die als visueel gegeven nou niet direct van het doek spat, toch nog wat kleur.

Derde huid
Jeroen Berkvens, die Bovens bijna een jaar volgde en filmde na de bomaanslag op zijn Utrechtse advocatenkantoor, gebruikte locaties, slow motion, rijders, klagerige vioolmuziek en zelfs een aan Bovens’ lijf gebonden camera om in zijn hoofd te kruipen. Op de titellijst staan credits vermeld voor art direction en special effects: zware dramatische middelen die je niet vaak bij een documentaire aantreft.
Berkvens legt zijn keuze uit: "Bij elke strafpleiter van dat niveau is het een ondoenlijke zaak om de menselijke kant naar boven te krijgen: ze zijn zo getraind in het ophouden van een muur. Dat koele, ondoordringbare hoort bij hem. Vandaar dat we scènes in een wasstraat hebben gedraaid en tijdens het carnaval: hij snapte heel goed wat ik bedoelde als ik over de tweede, derde huid van strafpleiters begon. Het theatrale van het strafproces heb ik in mijn film gebruikt. Het ging me om de ambivalentie van zijn persoon, zijn beroepsdeformatie, het verlies van menselijk perspectief door de blinde toewijding aan zijn vak. Maar ik heb me ook wel eens afgevraagd of het wel handig is als filmmaker om een film te maken met een hoofdpersoon wiens menselijke kant zo ver weggestopt is dat de kijker een aversie tegen hem zou krijgen.
"Volgens Bovens maakt zijn werk hem ‘sociaal minder gevierd’. Aan zijn manier van formuleren moest ik wennen. Het is zoals Bovens zegt ‘een flux de bouche’ die bij het vak hoort. Ik heb me regelmatig afgevraagd of die menselijkheid er wel was."

Kwisjes
Jeroen Berkvens maakte eerder A skin too few (2000), een portret van de tijdens zijn leven onbekend gebleven zanger Nick Drake, die pas na zijn dood werd ontdekt door een groter publiek. De film leverde hem een Gouden Kalf-nominatie op. Voor de Humanistische Omroep maakte hij een poëtische reeks portretten van onder andere de uit Armenië afkomstige documentairemaker Artavazd Pelechian (De tijdspiegel, 1998) en de Amerikaanse soulzanger Sly Stone (Let me have it all, 1993). Daaruit lijkt een voorliefde voor tragische helden te spreken. Berkvens: "Het zit hem meer in de tragiek. Ik raakte geïntrigeerd door de obligate antwoorden van topadvocaten die in kwisjes optreden. Met wat voor geest, emotioneel kader werken ze, hoe zitten ze in elkaar? Hoe rij je ’s avonds naar huis als je vrijspraak voor een incestpleger hebt bereikt? Kun je dan lekker naast je geliefde in bed kruipen? Wat voor pantser hebben die mensen? Het is een open deur dat iedereen recht heeft op verdediging. Ik wilde door die deur heen, daarachter kijken. Een strafadvocaat is geen held omdat hij geen voorbeeld is. Eerder een voorbeeld voor hoe het niet moet, een tragische anti-held."
Uit de film komt het beeld naar boven van een eenzame man. Bovens is na de bomaanslag gestopt met zijn advocatenpraktijk. Niet in de eerste plaats door de dreiging die van de aanslag uitging, maar omdat hij tot inkeer kwam. Hij tuiniert, fietst, wandelt aan het strand, bezoekt met de filmmakers zijn voormalige ‘arena’. Berkvens: "Bij Bovens staat de explosie symbool voor de ontploffing in zijn hoofd, de vernietiging van hemzelf. Voor hem was het de aanleiding om over zijn leven na te denken. Hij werkt nu nog steeds niet, leest de krant, kijkt urenlang naar kamerdebatten op tv, is van alles op de hoogte. Hij is nog lang niet klaar met zichzelf, staat buiten de maatschappij. Eigenlijk is het een verwende man. Hij heeft een buitengewoon leven geleid. Voor hij weer iets oppakt, moet het wel weer status en niveau hebben."
De vraagt blijft of we het innerlijke leven van Bovens na het zien van Advocaatje leef je nog? zoveel beter hebben leren kennen. Berkvens: "Daarbinnen is het kil, soms gevoelloos, verdoofd. Dat dat geen dramatische film oplevert, dat is die tragiek. Hij probeert zich te reinigen: niet voor niets zie je hem zijn stoepje schoonvegen. Op die manier geeft de film een portret van een advocaat die beschadigd is door zijn werk. Dat hij dat stilletjes steeds meer toegeeft, vind ik een groot gebaar."

Karin Wolfs