Adieu au langage

De truc van Jean-Luc

Godard op de set van Adieu au langage

Ooit vocht Jean-Luc Godard tegen de cinéma de papa; nu maakt hij cinéma de grand-père. Hij heeft niets meer te bewijzen, en is dus vrij om te kakken op alle gevestigde regels van het 3D-filmmaken. Met de beste 3D-film tot nu toe als resultaat.

Het werk van de 84-jarige Jean-Luc Godard maakt op niet-ingewijden een hermetische indruk. Een bastion van hogere filmkunst vol verwijzingen en zelfverwijzingen. Zo vol, dat het de moeite niet meer waard lijkt om er nog aan te beginnen als je het niet al dertig jaar op de voet hebt gevolgd.

Dat heeft misschien minder te maken met het werk of de maker zelf, dan met de adorerende traktaten die bij elke nieuwe film verschijnen. Die lijken vooral bedoeld om te bewijzen hoe goed de auteur het allemaal snapt. Ik jubel trouwens ook, zie het aantal sterren. Maar een ingewijde ben ik niet: ik ken de hoogtepunten van zijn nouvelle vague-werk, zoals À bout de souffle en Le mépris, en ik zag zijn vorige film Film socialisme, maar alles daartussenin ging aan me voorbij.

Ik wil maar zeggen: het is onzin. Er is niets hermetisch aan Godards nieuwste film Adieu au langage, waarvoor hij in 2014 in Cannes de juryprijs mocht delen met Xavier Dolans Mommy. Ondoorgrondelijk en onnavolgbaar, dat wel. Maar niet hermetisch: Adieu au langage sprankelt en knettert van filmische energie. Godard is qua leeftijd de cinéma de papa inmiddels ver voorbij, maar zijn cinéma de grand-père heeft dezelfde frisheid en speelsheid als dat van de jonge Dolan.

Waar gaat het allemaal over? Over film. Godard neemt met zichtbaar plezier zowel de regels van zijn vak als zijn eigen verworven status op de hak, zoals alleen je opa dat mag. Het verhaal is simpel, zoals Godard zelf (met de hand) in de persmap schreef: een man, een vrouw, een bedrogen echtgenoot. En een hond, vooral een hond. Maar die plot zit diep begraven onder een barrage van woordspelingen (“AH dieux OH langage”) en literaire, filosofische, muzikale en filmische citaten, uit hun context getrokken, vervormd en soms gewoon verzonnen – wie mee wil puzzelen kan terecht MUBI’s Notebook.

Het gaat dan ook om vorm: Godard gaat aan de haal met de technieken van de moderne massafilm en experimenteert ermee tot ze breken. Samen met cameraman Fabrice Aragno haalt hij met simpele consumentenapparatuur dingen uit in 3D die de miljoenen van Hollywood nooit zouden kunnen, omdat ze voorbijgaan aan vakmanschap, en voortkomen uit lef en nieuwsgierigheid. Als geen andere filmmaker begrijpt Godard dat 3D een verdubbeling van het beeld betekent. Daar speelt hij mee, en hij zet er verdubbelingen van de geluidsband, van de plot en van de dialogen tegenover.

Die eindeloze gelaagdheid betekent dat Adieu au langage best twee keer gezien mag worden voor het zijn geheimen begint prijs te geven. Maar zie het zo: twee keer Adieu au langage duurt nog altijd een stuk korter dan één keer Transformers 4, en is als ervaring een stuk transformatiever.