Adam’s Apples

Crisis? Bak een appeltaart

Een koppige optimist en een zwijgzame neonazi vinden elkaar in de vreemde Deense komedie Adam’s Apples.

Soms zijn het piepkleine omdraaiingen die een film vermakelijk kunnen maken. In het Deense Adam’s Apples kijken we door de ogen van een neonazi, die gaandeweg steeds minder aan het clichébeeld van de kale agressieveling beantwoordt. Hij zwijgt vooral, stiekem observerend, met een verbaasde blik en een tikje dommigheid die eigenlijk best lief is. Een menselijke neonazi met een zacht gezicht die toch geen zijige film oplevert: het is een van de mysteries van Adam’s Apples, die in geen enkel hokje te plaatsen is.

En dan is daar de corpulente dokter, die we ook in een rolomdraaiing zien: hij veert vooral op als zich een sterfgeval aandient. Hij kan niet wachten totdat de zieke pastoor het loodje legt, en wordt pissig als deze zich toch weer op wonderbaarlijke wijze blijkt te herstellen, want dat was niet de afspraak.

De dokter speelt een bijrol in Adam’s Apples, want de show wordt gestolen door Mads Mikkelsen, de pokertegenstander van James Bond in Casino Royale en in Adam’s Apples te zien in een totaal andere rol als aartsoptimistische pastoor die van zijn geloof dreigt af te vallen. Oorzaak: de komst van die neonazi naar zijn plattelandskerkje, waar deze een straf moet uitzitten om een beter mens te worden, maar hij laat in al zijn zwijgzaamheid vooral de bodem onder Gods huis trillen. De neonazi is zo’n onpeilbare man waarvan je nooit weet of hij een grapje maakt of het serieus meent. Op de vraag van de pastoor wat hij wil bereiken tijdens zijn verblijf, antwoordt hij bijvoorbeeld droog: een appeltaart bakken. Zo gezegd, zo gedaan. Het zal zijn redding blijken.

Bloedend oor
Adam’s Apples smaakt vooral vreemd, terwijl de appelboom zelf stevig is geworteld in het Deense landschap. Regisseur Anders Thomas Jensen schreef eerder de scenario’s van Deense successen als After the Wedding, Mifune’s Last Song en Wilbur Wants to Kill Himself, en van de actiekomedies In China They Eat Dogs en Old Men in New Cars, waar Vet hard zich op baseerde. Adam’s Apples is deel drie van zijn eigen trilogie Flickering Lights (2001) en The Green Butchers (2005).

Adam’s Apples won de publieksprijs op het afgelopen Amsterdam Fantastic Film Festival, maar de film valt vooral op door de droge humor en niet door de fantastische elementen. De horror zit hem in kleine dingen: een kat die uit de boom wordt geschoten, vermoorde kraaien en het bloedende oor van de pastoor, dat symbool staat voor zijn geloofscrisis. De pastoor was voorheen een extreem goedgemutste man die alles goed wist te praten en overal de zonnige kant van inzag, ook als daar geen enkele reden toe was. De donkere kant van het leven was hem vreemd. Hij verkeerde in een staat van ontkenning om te kunnen overleven. Nu hij tegenslag op tegenslag moet incasseren, heeft hij daar maar één verklaring voor: hij wordt op de proef gesteld door God zelf. Dat klinkt beter dan: het noodlot dat mij treft is totaal nutteloos en willekeurig. Liever is hij een optimist tegen beter weten in.