A LITTLE TRIP TO HEAVEN

Onder de ijsschotsen

  • Datum 08-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films A Little Trip to Heaven
  • Regie
    Baltasar Kormákur
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    IJsland/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

IJslander Baltasar Kormákur maakte zijn derde film met Amerikaans geld, maar bleef trouw aan de sneeuw en de mist. Met een verrassend effect op de aloude fraudefilm.

Forest Whitaker is als verzekeringsagent Abe Holt tegen alles bestand. Tegen frauderende cliënten. Tegen verkeersongelukken. Tegen mensen die net zo argwanend zijn als hij. Tegen het vermoeden dat de menselijke natuur misschien wel eens wat minder slecht zou kunnen zijn dan hij zich beroepshalve heeft aangeleerd.
Verzekeringsagenten zijn in films bijna altijd schlemielen. Hun bazen beschouwen de premies van hun cliënten als persoonlijk kapitaal en zijn vastbesloten er zo weinig mogelijk van uit te geven. Onderknuppels als Holt maken er een levenstaak van om aan elk leven een schaduwzijde te ontdekken. U bent schuldig tot het tegendeel is bewezen en anders zorgen wij er wel voor dat u alsnog schuldig bent.
Die verknipte kijk op de mens is een ideaal territorium voor filmmakers. Zo ook voor IJslander Baltasar Kormákur (101 Reykjavík en The sea). In zijn eerste Engelstalige film A little trip to heaven geeft hij een koud en duister kantje aan een toch al tamelijk nihilistisch genre.
Het moet toch al geen verkwikkende bezigheid zijn: is net je man in een auto-ongeluk omgekomen, moet je naar het verzekeringskantoor om de levensverzekering te innen, krijg je te horen dat ze niet uitbetalen omdat hij als stiekeme roker met een niet-rokenverzekering is betrapt. Of zoiets. Aan de gezichten van Holt en zijn baas Frank (Peter Coyote) is nooit af te lezen wat zij denken als zij een kersverse weduwe met bewakingscamerabeelden van haar man confronteren. Het is een mix van medeleven en een totaal gebrek aan compassie. ‘It’s a dirty job and someone’s gotta do it’. Maar toch. In Franks woorden: ‘It’s a lotta money Abe, better make sure this guy is really dead. And if he is dead dig up some dirt on him.’ Je kunt je een sfeervollere begrafenis voorstellen.

Sneeuwstorm
Precies dat, dat ingebakken wantrouwen wat je als toeschouwer tegen deze twee kerels hebt, maakt dat je in een wel heel erg interessant loyaliteitsconflict terecht komt tijdens het kijken van A little trip to heaven. Want ook de andere personages, echtpaar Isold en Fred, stelen niet direct de harten. Dat ze iets te verbergen hebben is helder. Maar wat precies is niet duidelijk. Evenmin hoe verstrekkend de gevolgen zullen zijn voor de toch al rekbare ethiek van de verzekeraars.
Iedereen is slachtoffer. Vooral van zichzelf. Maar de eerste officiële instanties die deze kleine luiden op hun weg naar een rechtvaardiger bestaan tegenkomen, zijn de verzekeraars, die van iedereen vroeg of laat een oplichter maken.
Van onze morele sympathieën hoeven we het niet te hebben om door A little trip to heaven te worden meegezogen. Als in de sneeuwstorm die gedurende de film steeds heftiger begint te waaien en langzamerhand de motieven van de personages aan het blikveld onttrekt, maar daardoor gek genoeg het zicht op hun verknipte levens voor ons vergroot. Baltasar Kormákur bleef in zijn eerste Amerikaanse film trouw aan de sneeuw, nevel en duisternis van zijn geboorteland IJsland. Letterlijk, want A little trip to heaven werd grotendeels in IJsland opgenomen. Maar die petrolkleurige schemerluchten zijn ook de zielenkleur van zijn personages.
Voordat de nihilistische nacht ons helemaal opslokt, is er de spanning van de perfecte misdaad die de mist aan flarden snijdt. En alledaags absurdisme: want de als altijd indringend introverte Whitaker blijkt zich niet tegen alles te kunnen verzekeren. Met een cassettebandje schraapt hij de rijp van zijn voorruit. Zijn bril blijft nog bevroren. En zijn hart? Dat smelt soms. In de armen van een wulpse serveerster. En om het schrijnende drama dat onder de ijsschotsen kolkt.

Dana Linssen