Focus: Kijkje in de keuken
Wie wil weten wat er bij het presenteren van oude films allemaal komt kijken, kan op 27 mei (gratis) terecht op de Collectiedag in EYE. Te zien zijn drie gerestaureerde films, die door curatoren worden ingeleid. Zij vertellen over filmmateriaal dat door veranderingen van de technische omstandigheden of de vertoningscontext nauwelijks nog valt te presenteren.Opbergen dan maar, dat materiaal? Zo denkt men niet in EYE. Met behulp van nieuwe technologieën en presentatiemogelijkheden wil men ook dit 'lastige' materiaal laten zien.
De drie films die de vertoningsproblemen illustreren zijn Blood Money (Fred Goodwins, 1921), De Olympische spelen van Amsterdam 1928 (Wilhelm Prager, Julius Perel) en Le poème électronique (1958). Blood Money is een detectivefilm over een 'golddigger' die een rijke man trouwt maar die haar na ontrouw uit huis zet. De inhalige feeks laat het er niet bij zitten. De Brits-Nederlandse coproductie werd als verloren beschouwd, maar is recent op een paar scènes na terug gevonden. Hoe de film te vertonen? Als historisch document of als een zo compleet mogelijke speelfilm?
De Olympische spelen van Amsterdam 1928 heeft als probleem dat de drie uur (!) durende film voor een hedendaags publiek te saai is. Om deze reden vertoont EYE op de Collectiedag een vijfenveertig minuten durende versie met hoogtepunten. Moet je dan spreken van filmvervalsing of is het een legitieme ingreep? Het probleem van Le poème électronique is dat het niet om een film gaat, maar om een multimediale voorstelling in het Philipspaviljoen op de Wereldtentoonstelling in 1958 in Brussel. Het publiek werd ondergedompeld in een spectaculaire multimedia-ervaring van filmbeelden, projecties van kleurvlakken en bijzondere geluidsopnamen. Het door architect Le Corbusier en de componistent Xenakis en Edgard Varès ontworpen project wordt op de Collectiedag in een digitale reconstructie zo historisch verantwoord mogelijk tot leven gewekt.
eyefilm.nl