Rohena Gera over Sir

'Het systeem is verrot, maar we kunnen eraan werken'

Rohena Gera (portret Vinita Salome)

Rohena Gera dacht met Sir een typisch Indiase film te maken, over de totaal scheve verhouding van inwonende bedienden en hun werkgevers. Maar tot haar eigen verbazing slaat hij ook internationaal aan: ‘Ik ben vereerd dat mensen die het onderwerp niet van binnenuit kennen er toch door geraakt worden’.

Door Alexander Zwart

Al sinds ze klein was had Rohena Gera door dat er iets vreemds aan de hand was. De vrouw die haar in bed stopte, die bij hen in huis woonde en waar ze superhecht mee was, hoorde wel bij het huishouden maar niet bij het gezin. Als kind kon ze daar maar moeilijk vat op krijgen. Pas toen ze ging studeren in de Verenigde Staten en af en toe terugkeerde naar huis kon ze er met gepaste afstand naar kijken.
Nu, na twintig jaar in verschillende functies in de film- en tv-industrie te hebben gewerkt, maakte ze haar eerste speelfilm, Sir. Een film over die onoverbrugbare afstand, tussen de bediende Ratna en Ashwin, de man die zij bedient. Zij een kordate vrouw uit een dorp in de binnenlanden. Hij de zoon van een rijke familie met een leven dat niet loopt zoals hij had gehoopt.
Sir werd afgelopen voorjaar geselecteerd voor de Semaine de la Critique op het filmfestival Cannes. De film won de Gan Foundation Award for Distribution, een prijs die helpt bij de distributie in Franse filmtheaters, en sindsdien reist Gera van festival naar festival, nog steeds lichtelijk verbaasd: "Deze film is niet voor het Westen gemaakt. Het verraste me dat zo’n kleine film, gemaakt voor een doelgroep met een specifieke culturele context, hier werd opgepikt. Ik zie nu dat mensen die het onderwerp niet van binnenuit kennen er toch door geraakt worden, daar ben ik erg door vereerd. Het spreekt ze aan op een menselijk niveau."

Ik kan me voorstellen dat u vooral benieuwd bent naar de reactie in India. Is de film daar al uitgekomen? "Nee, nog niet, maar ik ben inderdaad erg benieuwd. Ik hoop dat hij aanslaat en dat mensen zich erin herkennen, zodat het een gesprek over dit onderwerp op gang brengt. Ik denk dat mensen daar nu wel klaar voor zijn. In de film verbeeld ik het zonder iemand te veroordelen. Ik zeg nergens: dit is een goed mens en dat een slecht. Ik voel me immers ook verantwoordelijk."

Simpelweg door in dit systeem geboren te zijn? "Precies. Ik woonde recent nog in India en had zelf ook personeel in mijn huis. Desondanks heb ik in al die jaren niks kunnen veranderen. Ik voelde me niet in staat om te zeggen: ‘Laten we allemaal samen aan tafel gaan om te eten.’ Ik weet ook niet hoe ik dat had moeten aanpakken want het systeem zit zo vast. Die onmogelijkheid is voor mij waar de film over gaat. Via dit verhaal stel ik mezelf de vraag: waar zijn we mee bezig en hoe kunnen we het veranderen? Het systeem is in sommige opzichten verrot, maar we kunnen eraan werken."

Nu u dit zegt lijkt het me vooral interessant als de bedienden de film ook te zien krijgen. Is dat een mogelijkheid in India of is filmbezoek vooral iets voor de hogere klasse? "Dat is de strijd die ik nu met distributeurs heb. Het gebeurt alleen wanneer de werkgever van een bediende dat mogelijk maakt, bijvoorbeeld iemand die bij een filmstudio werkt en ze een kaartje geeft. Mijn film wordt hoogstwaarschijnlijk als arthouse gekwalificeerd, wat het lastiger maakt omdat filmtheaters in India exclusiever en duurder zijn. Het ligt dus moeilijk. Waar ik op hoop is dat mensen met een vaste baan hun moeders die als bedienden werken meenemen naar de film.
"Tegelijkertijd kan ik me voorstellen dat als ze al naar de film gaan, ze een zang-en-dans-Bollywoodfilm willen zien. Dat is uiteindelijk echt escapisme. Het beste kan ik erop wachten tot ze de film ooit op tv te zien krijgen en dat het dan de aanleiding voor een gesprek is. Zelf ben ik heel benieuwd hoe de persoon erop zou reageren die heeft geholpen voor mijn dochter te zorgen, of de vrouw die voor mij zorgde toen ik een klein meisje was. Zouden zij zich er ongemakkelijk bij voelen, zouden zij verward zijn?"

Veel Indiase films die ons de afgelopen jaren hebben bereikt gaan over de meer volwassen rol van vrouwen in India — zie bijvoorbeeld Parched (Leena Yadav, 2015) en Angry Indian Godesses (Pan Nalin, 2015). Speelt dat ook in India zelf of is dat het verhaal dat wij westerlingen vooral willen zien? "Interessante vraag. Ik herken wel wat je zegt. Veel Indiase films die gericht zijn op de internationale markt tonen bijvoorbeeld moedwillig beelden van armoede, om maar te voldoen aan het beeld dat al bestaat. Vreselijk vind ik dat, en met mij het merendeel van de mensen in India.
"Wat betreft die meer volwassen rol van de vrouw: dat is ook in India zelf een onderwerp. Een paar jaar geleden was er Lipstick Under My Burkha [Alankrita Shrivastava, 2016], een film die draait om vrouwen en seksualiteit. Zoals iedere film in India moest die voor uitbreng langs de censuurcommissie en tot iedereens verbazing werd de hele film afgekeurd! De voorzitter van de commissie verdedigde zich door te zeggen dat de film ‘vrouw-georiënteerd’ was en daar bepaalde bevolkingsgroepen mee kon schofferen. Het was een belachelijk oordeel. Wat betekent dat überhaupt, ‘vrouw-georiënteerd’? Er volgden enorme protesten en de filmmaker, een vrouw, stapte zelfs naar de rechter. En ze won! Ik denk dat die film binnen India wel de trend heeft gezet."

Heeft dat voor u als vrouwelijke filmmaker ook voordelen? "Ik weet niet of het mij aangaat. Ik opereer buiten het studiosysteem en heb zelf voor de financiering van mijn film gezorgd. Waar volgens mij de echte verandering uit voort zal komen is als er meer vrouwelijke producenten en distributeurs komen. We kunnen zo veel willen veranderen, maar wie hebben uiteindelijk de macht om beslissingen te maken? Wie beslist of een actiefilm leuker is dan een romantisch verhaal?"