Euro­pese kri­tiek op Neder­lands wets­voor­stel in­ves­terings­ver­plichting

Het Tweede Kamerdebat over het wetsvoorstel aangaande de investeringsverplichting voor streamingplatforms is niet onopgemerkt gebleven in het buitenland. De European Producers Club en de European Audiovisual Production association roepen op het wetsvoorstel niet af te zwakken. Dat zou de Nederlandse filmindustrie ondermijnen.

Voorafgaand aan het Tweede Kamerdebat vorige week klonken er al kritische geluiden. Volgens beroepsverenigingen van onafhankelijke producenten, scenaristen, regisseurs, cast en crew was de tekst van het wetsvoorstel niet scherp genoeg. Maar tijdens het debat ging het van kwaad tot erger.

Een aantal amendementen is erop gericht de streamingplatforms meer ruimte te bieden bij besteding van het geld dat zij moeten investeren in Nederlandse producties. Daarmee wordt het mogelijk de verplichte afdracht in eigen producties van lokale makelij te stoppen, waarbij Nederlandse film- en seriemakers feitelijk tot onderaannemer worden gedegradeerd.

De European Producers Club (EPC) en de European Audiovisual Production association (CEPI) vrezen dat de nieuwe Mediawet in zijn huidige vorm niet zal doen waarvoor hij is bedoeld: het ondersteunen van de onafhankelijke AV-sector in Nederland. In een persbericht pleiten zij dan ook voor een garantie dat de 4,5% over de jaaromzet van streamers naar Nederlandse speelfilms, animatiefilm, documentaires en series gaat. Die moeten gemaakt worden door onafhankelijke maker. EPC en CEPI vinden bovendien dat de drempel voor afdracht omlaag moet van de nu voorgestelde €10 miljoen naar €2 miljoen.

In het persbericht stellen de organisaties dat inmiddels veertien Europese landen een investeringsmaatregel hebben opgetuigd en dat vijf andere ermee bezig zijn. De Tweede Kamer doet er volgens hen goed aan de wet in aangepaste versie snel aan te nemen zodat de Nederlandse AV-sector kan opereren op een ‘level playing field’.